10K+ students - 4.8/5

Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Dutch course: A2 (syllabus)

Dutch a2 syllabus with audio, writing exercises, grammar and vocabulary materials for usage during our conversation lessons.

    6 learning modules per level Practical situations Audio, video and exercises

Enroll now!

Chapter Learning goals Lesson materials Actions
A2:1 Vakantieplannen (Holiday plans)
Learning module 1 (A2): Reizen: op avontuur! (Travelling: into the wild!)
  • Beschrijf je vakantieplannen (Describe your holiday plans)
  • Reiswoordenschat (Travel vocabulary)

Vocabulary and exercises

A2:2 Je bagage pakken (Packing your luggage)
Learning module 1 (A2): Reizen: op avontuur! (Travelling: into the wild!)
  • De bagage inpakken (Packing the luggage)
  • Woordenschat over wat er in je bagage zit (Vocabulary about what's in your luggage)

Vocabulary and exercises

A2:3 Accommodatie zoeken (Searching accomodation)
Learning module 1 (A2): Reizen: op avontuur! (Travelling: into the wild!)
  • Op zoek naar accommodatie (Searching for accomodation)
  • Boek een kamer of accommodatie (Book a room or accomodation)

Vocabulary and exercises

A2:4 Op het vliegveld en in de lucht (At the airport and on air)
Learning module 1 (A2): Reizen: op avontuur! (Travelling: into the wild!)
  • Vind je weg op de luchthaven (Find your way at the airport)
  • Vocabulaire voor luchthaven en vliegtuigen (Airport and airplane vocabulary)

Vocabulary and exercises

A2:5 Transport huren (Rent your transportation)
Learning module 1 (A2): Reizen: op avontuur! (Travelling: into the wild!)
  • Huur een auto, een fiets of een scooter (Rent a car, a bike or a scooter)
  • Huur en onderhandel tijdens je vakantie (Rent and negotiate during your holidays)

Vocabulary and exercises

A2:6 Op hotel (At the hotel)
Learning module 1 (A2): Reizen: op avontuur! (Travelling: into the wild!)
  • Doe je hotel inchecken en uitchecken (Do your hotel check-in and check-out)
  • Vraag om informatie bij de receptie (Ask for information at the reception desk)

Vocabulary and exercises

A2:7 Vakantieramp? (Holiday disaster?)
Learning module 1 (A2): Reizen: op avontuur! (Travelling: into the wild!)
  • Praten over problemen die tijdens je vakantie ontstaan (Talking about problems arising during your holidays)
  • Ongelukkige gebeurtenissen tijdens de feestdagen (Unfortunate events during of holidays)

Vocabulary and exercises

A2:8 Boerderijdieren (Farm animals)
Learning module 2 (A2): Natuur en milieu (Nature and environment)
  • Leer de namen van de boerderijdieren (Learn the names of the farm animals)

Vocabulary and exercises

A2:9 In het bos (In the forest)
Learning module 2 (A2): Natuur en milieu (Nature and environment)
  • Bosdieren en planten woordenschat (Forest animals and plants vocabulary)

Vocabulary and exercises

A2:10 Bij de bloemenwinkel (At the flowershop)
Learning module 2 (A2): Natuur en milieu (Nature and environment)
  • Leer de namen van de basisbloemen. (Learn the basic flowers' names.)
  • Kies bloemen in de bloemenwinkel. (Choose flowers at the flower shop.)

Vocabulary and exercises

A2:11 Het universum (The universe)
Learning module 2 (A2): Natuur en milieu (Nature and environment)
  • Veelvoorkomende hemellichamen. (Common celestial objects.)
  • Druk bewondering en afkeer uit. (Express admiration and disgust.)

Vocabulary and exercises

A2:12 Op safari (On safari)
Learning module 2 (A2): Natuur en milieu (Nature and environment)
  • Praat over de landschappen van Afrika (Talk about the landscapes of Africa)
  • De Afrikaanse dieren (The African animals)

Vocabulary and exercises

A2:13 Afvalbeheer en ecologie (Waste management and ecology)
Learning module 2 (A2): Natuur en milieu (Nature and environment)
  • Recycling en dagelijkse ecologie. (Recycling and daily ecology.)
  • Het beheren van huishoudelijk afval. (Managing household waste.)

Vocabulary and exercises

A2:14 Continenten en windrichtingen (Continents and wind directions)
Learning module 2 (A2): Natuur en milieu (Nature and environment)
  • De windrichtingen. (The wind directions.)
  • Het beschrijven van de zeeën en continenten van de planeet. (Describing the seas and continents of the planet.)

Vocabulary and exercises

A2:15 Wandelen en bergen (Hiking and mountains)
Learning module 2 (A2): Natuur en milieu (Nature and environment)
  • Wandelterminologie (Hiking terminology)
  • Een berg beklimmen (Climbing a mountain)

Vocabulary and exercises

A2:16 Wat een verrassing (What a surprise)
Learning module 3 (A2): De goeie oude tijd (The good old past)
  • Beschrijf acties die net zijn gebeurd. (Describe actions that just happened.)
  • Verrassingen uitdrukken. (Express surpises.)

Vocabulary and exercises

A2:17 Wat is er net gebeurd? (What did just happen?)
Learning module 3 (A2): De goeie oude tijd (The good old past)
  • Gebeurtenissen beschrijven die recent hebben plaatsgevonden (Describing events that have happened in the recent past)

Vocabulary and exercises

A2:18 Jeugd en herinneringen (Childhood and memories)
Learning module 3 (A2): De goeie oude tijd (The good old past)
  • Praat over het verre verleden en beschrijf herinneringen (Talk about distant past and describe memories)
  • Praat over je jeugd (Talk about your childhood)

Vocabulary and exercises

A2:19 Tijdlijn (Timeline)
Learning module 3 (A2): De goeie oude tijd (The good old past)
  • Plaats gebeurtenissen op de tijdlijn. (Situate events on the timeline.)
  • Een specifiek moment in het verleden aangeven. (Indicate specific moment in the past.)

Vocabulary and exercises

A2:20 Door de decennia heen (Through the decades)
Learning module 3 (A2): De goeie oude tijd (The good old past)
  • Ontdek de levensstijlen door de decennia heen (Explore the lifestyles through the decades)

Vocabulary and exercises

A2:21 Verhalen en sprookjes (Stories and fairy tales)
Learning module 3 (A2): De goeie oude tijd (The good old past)
  • Vertel over eenvoudige verhalen en sprookjes. (Tell about simple stories and fairytails.)
  • Plaats gebeurtenissen in het verleden. (Situate events in the past.)

Vocabulary and exercises

A2:22 Roddels over beroemdheden (Celebrity gossip)
Learning module 3 (A2): De goeie oude tijd (The good old past)
  • Beschrijf beroemdheden. (Describe celebreties.)
  • Praat over afgeronde en lopende gebeurtenissen uit het verleden. (Talk about finished and ongoing events of the past.)

Vocabulary and exercises

A2:23 Op uitwisseling gaan (Going on an exchange)
Learning module 4 (A2): Werk en studie (Work and study)
  • Praat over het doen van een uitwisseling (Talk about doing an exchange)
  • Je verblijf in het buitenland organiseren (Organising your stay abroad)

Vocabulary and exercises

A2:24 Huur mij in (Hire me)
Learning module 4 (A2): Werk en studie (Work and study)
  • Maak en stuur je cv (Create and send your curriculum)
  • Zoek en vind een baan (Search for and find a job)

Vocabulary and exercises

A2:25 Sollicitatiegesprek (Job interview)
Learning module 4 (A2): Werk en studie (Work and study)
  • Het voeren van een sollicitatiegesprek (Performing a job interview)
  • Meewerkend voorwerp (Indirect object)

Vocabulary and exercises

A2:26 Teamwerk (Teamwork)
Learning module 4 (A2): Werk en studie (Work and study)
  • Woordenschat over teams en rollen (Vocabulary about teams and roles)
  • Geven van opdrachten met een indirect object (Gining orders with indirect object)

Vocabulary and exercises

A2:27 Kantoor en vergaderingen (Office and meetings)
Learning module 4 (A2): Werk en studie (Work and study)
  • Leer basiswoordenschat voor debatteren (Learn basic debating vocabulary)
  • Instemming en onenigheid uiten (Express agreement and disagreement)

Vocabulary and exercises

A2:28 Thuiswerken of op kantoor? (Remote work or the office?)
Learning module 4 (A2): Werk en studie (Work and study)
  • Dagelijkse kantoorvocabulaire (Daily office vocabulary)
  • Woordenschat van werken op afstand (Remote work vocabulary)

Vocabulary and exercises

A2:29 Meningen en onderhandelingen (Opinions and negotiations)
Learning module 4 (A2): Werk en studie (Work and study)
  • Geef je mening (Express your opinion)
  • Basiszinnen leren om gezichtspunten te bespreken (Learn basic phrases to discuss viewpoints)

Vocabulary and exercises

A2:30 Organisatie en delegatie (Organisation and delegation)
Learning module 4 (A2): Werk en studie (Work and study)
  • Woordenschat over organisatiestructuur (Vocabulary on organisational hierarchy)
  • Eenvoudigheidshalve (Giving orders)

Vocabulary and exercises

A2:31 Bucketlist (Bucket list)
Learning module 5 (A2): Toekomstplannen (Future Plans)
  • Praat over je bucketlist en toekomstplannen (Talk about your bucket list and future plans)

Vocabulary and exercises

A2:32 Gezinsplannen (Family plans)
Learning module 5 (A2): Toekomstplannen (Future Plans)
  • Praat over plannen en ambities voor de toekomst (Talk about plans and ambitions for the future)
  • Praat over je relaties en gezinsplannen (Talk about your relationships and family plans)

Vocabulary and exercises

A2:33 Veronderstellen en raden (Assuming and guessing)
Learning module 5 (A2): Toekomstplannen (Future Plans)
  • Leer de woorden om aannames te maken en te raden (Learn the words to make assumptions and guesses)
  • Praat over je aannames (Talk about your assumptions)
  • Leer de woordenschat om dingen uit te drukken die onzeker zijn (Learn the vocabulary to express things that are uncertain)

Vocabulary and exercises

A2:34 Mijn droomleven (My dream life)
Learning module 5 (A2): Toekomstplannen (Future Plans)
  • Beschrijf jouw ideale leven (Describe your ideal life)

Vocabulary and exercises

A2:35 Onderwijs en afstuderen (Education and graduation)
Learning module 5 (A2): Toekomstplannen (Future Plans)
  • Praat over je toekomstige onderwijsplannen (Talk about your future educational plans)

Vocabulary and exercises

A2:36 Als ik groot ben... (When I grow up...)
Learning module 5 (A2): Toekomstplannen (Future Plans)
  • Praat over wat je wilde worden toen je een kind was (Talk about what you wanted to be when you were a child)

Vocabulary and exercises

A2:37 Hoe ziet jouw toekomst eruit? (How does your future look?)
Learning module 5 (A2): Toekomstplannen (Future Plans)
  • Beschrijf de activiteiten die je in de toekomst zult doen (Describe the activities you will be doing in the future)
  • Praat over de flexibiliteit die je hebt met betrekking tot je toekomst. (Talk about the flexibility you have about your future)

Vocabulary and exercises

A2:38 Mijn levensstijl (My lifestyle)
Learning module 6 (A2): Levensstijl (Lifestyle)
  • Praat over je huidige levenssituatie en levensstijl (Talk about your current life situation and lifestyle)
  • Praat over dingen die je al een tijdje aan het doen bent (Talk about things you have been doing for some time now)

Vocabulary and exercises

A2:39 Gastronomie (Gastronomy)
Learning module 6 (A2): Levensstijl (Lifestyle)
  • Leer over gastronomische woordenschat (Learn about gastronomy vocabulary)
  • Leer beroemde gerechten die je aan de bar bestelt (Learn famous dishes that you order at a bar)

Vocabulary and exercises

A2:40 Gezonde voeding en gewoontes (Healthy food and habits)
Learning module 6 (A2): Levensstijl (Lifestyle)
  • Praat over gezonde eetgewoonten (Talk about healthy eating habits)

Vocabulary and exercises

A2:41 Duurzaam vervoer (Sustainable transport)
Learning module 6 (A2): Levensstijl (Lifestyle)
  • Leer praten over groene vervoerswijzen (Learn to talk about green ways of transportation)

Vocabulary and exercises

A2:42 In mijn vrije tijd (In my free time)
Learning module 6 (A2): Levensstijl (Lifestyle)
  • Praat over wat je doet tijdens je vrije tijd (Talk about what you do during your free time)
  • Praat over de balans tussen werk en privé (Talk about work-life balance)

Vocabulary and exercises

A2:43 Kijk eens hoe klein! (Look how small!)
Learning module 6 (A2): Levensstijl (Lifestyle)
  • Leer praten met verkleinwoorden (Learn to talk with diminutives)
  • Hoe je zegt dat iets klein, schattig of vertrouwd is (How to say something is small, cute or familiar)

Vocabulary and exercises

A2:44 Oefening en levensstijl (Exercise and lifestyle)
Learning module 6 (A2): Levensstijl (Lifestyle)
  • Bespreek de voordelen van lichaamsbeweging en sporten. (Talk about the benefits of exercising and sports)
  • Praat over je dagelijkse bewegingsroutines (Talk about your daily exercise routines)

Vocabulary and exercises