Dutch A2 module 6: Op het werk (At work)
This is learning module 6 of 6 of our Dutch A2 syllabus. Each learning module contains 6 till 8 chapters.
Learning goals:
-
Basiswoordenschat op het werk en op kantoor.
(Basic vocabulary at work and in the office.)
-
Een baan vinden en krijgen.
(Finding and getting a job.)
-
Subjunctieve en hypothetische tijden.
(Subjunctive and hypothetical tenses.)
-
Negatieve en onregelmatige imperatieven.
(Negative and irregular imperatives.)
Lessons (8)
Learning goals
-
Verstuur en ontvang berichten.
(Send and receive messages.)
-
E-mail en internet.
(Email and internet.)
Learning goals
-
Maak en verstuur je cv.
(Create and send your curriculum.)
-
Gebruik vacaturewebsites om naar een baan te zoeken.
(Use job portals to search for a job.)
Learning goals
-
Het voeren van een sollicitatiegesprek
(Performing a job interview)
-
Meewerkend voorwerp
(Indirect object)
Learning goals
-
Woordenschat over teams en rollen
(Vocabulary about teams and roles)
-
Opdrachten geven met meewerkend voorwerp
(Giving orders with indirect object)
Learning goals
-
Geef je mening
(Express your opinion)
-
Basiszinnen leren om standpunten te bespreken
(Learn basic phrases to discuss viewpoints)
Learning goals
-
Leer basiswoordenschat voor debatteren
(Learn basic debating vocabulary)
-
Instemming en onenigheid uiten
(Express agreement and disagreement)
Learning goals
-
Dagelijkse kantoorvocabulaire
(Daily office vocabulary)
-
Woordenschat van werken op afstand
(Remote work vocabulary)
Learning goals
-
Woordenschat over organisatiestructuur
(Vocabulary on organisational hierarchy)
-
Bevelen geven
(Giving orders)