10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation
Previous Next

Vocabulary (11)

Kiezen (to choose) - Verb conjugation and exercises

Kiezen

Show

To choose Show

Het openbaar vervoer: Public transport (Dutch)

Het openbaar vervoer

Show

Public transport Show

De fietser: The cyclist (Dutch)

De fietser

Show

The cyclist Show

Duurzaam: sustainable (Dutch)

Duurzaam

Show

Sustainable Show

Het vervoer: Transport (Dutch)

Het vervoer

Show

Transport Show

De groene zone: The green zone (Dutch)

De groene zone

Show

The green zone Show

Favoriete: Favourite (Dutch)

Favoriete

Show

Favourite Show

De elektrische auto: The electric car (Dutch)

De elektrische auto

Show

The electric car Show

Met de trein reizen: Travelling by train (Dutch)

Met de trein reizen

Show

Travelling by train Show

De rit: The ride (Dutch)

De rit

Show

The ride Show

Het milieu: the environment (Dutch)

Het milieu

Show

The environment Show

Exercises

These exercises can be done together during conversation lessons or as homework.

Exercise 1: Conversation exercise

Instruction:

  1. Hoe ben je naar je werk gekomen? (How did you come to work?)
  2. Heeft jouw stad veel fietspaden? (Does your city have many cycle lanes?)
  3. Gebruikte u vaak het openbaar vervoer? (Did you often use the public transportation?)

Teaching guidelines +/- 10 minutes

A2.26: (Sustainable) transport

Example phrases:

Ik gebruik de fiets om naar mijn werk te gaan, maar om boodschappen te doen gebruik ik een auto.

I use the bike to go to work, but to go shopping I use a car.

Ik ga overal met de auto naartoe omdat het openbaar vervoer te lang duurt.

I go by car everywhere because the public transport takes too long.

Ik neem de fiets omdat er veel fietspaden in mijn stad zijn.

I take the bike because there are many cycle lanes in my city.

Ik neem altijd de metro. Het is de snelste manier voor mij.

I always take the metro. It is the fastest way for me.

Ik vind elektrische auto's erg goed omdat ze duurzaam zijn.

I think electric cars are very good because there are sustainable.

Ik heb geen elektrische auto omdat ze erg duur zijn.

I don't have an electric car because they are very expensive.

...

Exercise 2: Dialogue Cards

Instruction: Select a situation and practice the conversation with your teacher or fellow students.

1

Op weg naar het werk

2

Verschillende vervoersmiddelen vergelijken

3

Vervoer bij het boodschappen doen

Exercise 3: Match a word

Instruction: Match the translations

Ik kies altijd voor het duurzame vervoer naar mijn werk. (I always choose sustainable transport to my work.)
De elektrische auto helpt het milieu beter te worden dan vroeger. (The electric car helps the environment to improve compared to before.)
De fietser heeft vaak een aardige glimlach in de ochtend. (The cyclist often has a nice smile in the morning.)
In de groene zone is het rustig en schoon. (In the green zone it is quiet and clean.)

Exercise 4: Cluster the words

Instruction: Sleep de woorden naar de juiste categorie: 'Vervoermiddelen' of 'Eigenschappen van vervoer', en groepeer ze op basis van hun betekenis.

Vervoermiddelen

Eigenschappen van vervoer

Exercise 5: Bijvoeglijk naamwoord met of zonder -e

Instruction: Fill in the correct word.

Grammar: Adjective with or without -e

Show translation Show answers

duurzaam, grote, elektrische, aardig, lange, mooi, gevaarlijke, favoriete

1. Gevaarlijk:
Die ... fietser had bijna een ongeval veroorzaakt.
(The dangerous cyclist had nearly caused an accident.)
2. Favoriet:
Onze ... treinrit is door de bergen.
(Our favourite train ride is through the mountains.)
3. Mooi:
Dat is een ... voorbeeld van duurzaam vervoer.
(That is a good example of sustainable transport.)
4. Elektrisch:
Mijn ... auto rijdt heel stil.
(My electric car drives very quietly.)
5. Groot:
We hebben dat ... huis gekocht in de stad.
(We bought that big house in the city.)
6. Duurzaam:
Het is een ... idee om met de fiets te gaan.
(It is a sustainable idea to go by bike.)
7. Aardig:
Wat ... van je om mee te fietsen!
(How kind of you to cycle along!)
8. Lang:
Die ... rit was echt vermoeiend.
(The long ride was really tiring.)

Grammar

It's not the most exciting thing, we admit, but it’s absolutely essential (and we promise it'll pay off)!

A2.26.1 Grammatica

Bijvoeglijk naamwoord met of zonder -e

Adjective with or without -e

Verb conjugation tables for this lesson

Rijden to drive

Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Dutch English
(ik) reed I drove
(jij) reed/reedde you drove
(hij/zij/het) reed he/ she/ it drove
(wij) reden we drove
(jullie) reden you drove
(zij) reden they drove

Exercises and examples phrases

Kiezen to choose

Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Dutch English
(ik) koos I chose
(jij) koos you chose
(hij/zij/het) koos he/she/it chose
(wij) kozen we chose
(jullie) kozen you chose
(zij) kozen they chose

Exercises and examples phrases

Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!

Do you want to practice Dutch today? That is possible! Just contact one of our teachers today.

Enroll now!

These lessons would not be possible without our amazing partners🙏

Lanzadera Marina de Empresas Google for Startups Universitat Siegen European Digital Innovation Hubs Network