Dutch A2 module 1: Reizen: op avontuur! (Travelling: into the wild!)

This is learning module 1 of 6 of our Dutch A2 syllabus. Each learning module contains 6 till 8 chapters.

Learning goals:

  • Omgaan met veelvoorkomende situaties tijdens het reizen. (Manage common situations while travelling.)
  • Het uitdrukken van oorzaak en doel. (Expressing cause and purpose.)

Grammar

A2.1.1: Werkwoorden met '(om) te', 'laten' en 'aan het' (Verbs with '(om) te', 'laten' and 'aan het')

Type: Verbs
Chapter: Vakantieplannen (Holiday plans)
Level: A2

A2.2.1: Wanneer geen artikel gebruiken (When not to use an article)

Type: Articles
Chapter: Je bagage pakken (Packing your luggage)
Level: A2

A2.3.1: Onregelmatige vergelijkingen (Irregular comparisons)

Type: Adjectives
Chapter: Boek uw accommodatie (Book your accomodation)
Level: A2

A2.4.1: Algemene zinsbouw (General sentence structure)

Type: Sentences / word combination
Chapter: Op het vliegveld en in het vliegtuig. (At the airport and in the plane.)
Level: A2

A2.4.2: Voorzetselgroep (prepositional phrase)

Type: Sentences / word combination
Chapter: Op het vliegveld en in het vliegtuig. (At the airport and in the plane.)
Level: A2

A2.5.1: Verschil tussen heel, zeer en veel" (Difference between heel, zeer and veel)

Type: Sentences / word combination
Chapter: Transport huren (Rent your transportation)
Level: A2

A2.6.1: Het meewerkend voorwerp (the indirect object)

Type: Sentences / word combination
Chapter: Op hotel (At the hotel)
Level: A2

A2.7.1: Voltooid deelwoord: sterke en zwakke werkwoorden (Past participle: strong and weak verbs)

Type: Verbs
Chapter: Als toerist in de stad (As a Tourist in the City)
Level: A2

A2.8.1: Onregelmatige voltooid deelwoorden (Irregular past participles)

Type: Verbs
Chapter: Vakantieramp? (Holiday disaster?)
Level: A2