- The comparative form of goed, veel, weinig and graag are highly irregular.
- A few other words have small peculiarities.
| Positief (Positive) | Vergrotende trap (Comparative) | Overtreffende trap (superlative) |
|---|---|---|
| goed (good) | beter (better) | het best (the best) |
| veel (much) | meer (more) | het meest (the most) |
| weinig (few) | minder (less) | het minst (the least) |
| graag (gladly) | liever (preferably) | het liefst (the most) |
| ver (irregular comparisons) | verder (farther) | het verst (the furthest) |
| vaak (often) | vaker (more often) | het vaakst (the most often) |
| dichtbij (nearby) | dichterbij (closer) | het dichtstbij (the closest) |
| groot (large) | groter (larger) | het grootst (the largest) |
Exceptions!
- In some comparative forms, the diphthong loses one vowel.
Exercise 1: Onregelmatige vergelijkingen
Instruction: Fill in the correct word.
beter, dichterbij, vaker, beste, goedkoper, minder, liefst, meer
1.
Dichtbij:
Dit hostel is ... het centrum dan dat grote hotel.
(This hostel is closer to the centre than that big hotel.)
2.
Goed:
De reservering voor het volpension is ... dan die voor het halfpension.
(The reservation for full board is better than that for half board.)
3.
Weinig:
Bij het halfpension krijg je ... maaltijden dan bij volpension.
(With half board you get fewer meals than with full board.)
4.
Goedkoop:
Een eenpersoonskamer is vaak ... dan een tweepersoonskamer.
(A single room is often cheaper than a double room.)
5.
Goed:
We zoeken de ... accommodatie voor onze vakantie.
(We are looking for the best accommodation for our holiday.)
6.
Veel:
De camping heeft ... bezoekers dan vorig jaar.
(The campsite has more visitors than last year.)
7.
Vaak:
Op vakantie fiets ik ... dan thuis.
(On holiday, I cycle more often than at home.)
8.
Graag:
Wij boeken het ... een tweepersoonskamer voor extra ruimte.
(We prefer to book a double room for extra space.)
Exercise 2: Multiple Choice
Instruction: Kies de juiste zin met correcte onregelmatige vergelijkingen, passend bij een situatie voor het boeken van een accommodatie.
1.
Fout: 'goedere' bestaat niet. De correcte vorm is 'betere'.
Fout: 'best' is de overtreffende trap en past hier niet. Vermoedelijk wordt de vergrotende trap bedoeld.
2.
Fout: 'grootste' wordt niet zonder lidwoord gebruikt; de correcte vorm is 'het grootst'.
Fout: 'groterst' bestaat niet. Correct is 'het grootst'.
3.
Fout: 'het liefst' is de overtreffende trap en past hier niet; de vergrotende trap 'liever' is correct.
Fout: 'graager' bestaat niet; de correcte onregelmatige vorm is 'liever'.
4.
Fout: 'dichtbijer' is onjuist; de juiste vergrotende trap is 'dichterbij'.
Fout: 'dichtstbij' bestaat niet. De overtreffende trap is 'het dichtstbij', maar hier hoort de vergrotende trap 'dichterbij'.