Dutch A1.28: Character and personality

Karakter en persoonlijkheid

Vocabulary (10)

 Eerlijk: Honest (Dutch)

Zij is de eerlijkst van de groep.

Show

She is the most honest of the group. Show

Eerlijk

Show

Honest Show

 Gesloten: Closed (Dutch)

De deur is gesloten door de jongen.

Show

The door is shut by the boy. Show

Gesloten

Show

Closed Show

 Vriendelijk: Friendly (Dutch)

Hij is het vriendelijkst van allemaal.

Show

He is the friendliest of them all. Show

Vriendelijk

Show

Friendly Show

 Onvriendelijk: Unfriendly (Dutch)

Hij is niet onvriendelijk, maar wat verlegen.

Show

He is not unfriendly, but rather shy. Show

Onvriendelijk

Show

Unfriendly Show

 Verlegen: Shy (Dutch)

Hij is niet altijd verlegen in groepen.

Show

He is not always shy in groups. Show

Verlegen

Show

Shy Show

 Open: Open (Dutch)

Hij is open over zijn gevoelens.

Show

He is frank about his feelings. Show

Open

Show

Open Show

 Slim: Intelligent (Dutch)

Hij is slim, maar vaak niet heel open.

Show

He is intelligent, but often not very open. Show

Slim

Show

Intelligent Show

 Dom: Stupid (Dutch)

Hij is niet dom ondanks wat ze zeggen.

Show

He is not stupid despite what they say. Show

Dom

Show

Stupid Show

 Lui: Lazy (Dutch)

Hij lijkt een beetje lui, maar ook vriendelijk.

Show

He seems a bit lazy, but also friendly. Show

Lui

Show

Lazy Show

 Ontmoeten (to meet) - Verb conjugation and exercises

Ontmoet jij ook een eerlijke collega?

Show

Do you also meet an honest colleague? Show

Ontmoeten

Show

To meet Show

Exercises

These exercises can be done together during conversation lessons or as homework.

Exercise 1: Conversation exercise

Instruction:

  1. Beschrijf en vergelijk de mensen. (Describe and compare the people. )
  2. Beschrijf je eigen karakter. (Describe your own character.)
  3. Beschrijf je familieleden en vrienden. (Describe your family members and friends.)

Teaching guidelines +/- 10 minutes

Example phrases:

Juliette en Lukas zijn een liefdevol stel.

Juliette and Lukas are an affectionate couple.

Raúl is de meest gesloten persoon. Hij is introvert.

Raúl is the most closed person. He is introverted.

Caitlin is niet sportief; ze is de minst actieve persoon.

Caitlin is not sporty; she is the least active person.

Hij is de luieste persoon.

He is the most lazy person.

Ik lijk lui, maar ik ben actief.

I seem lazy but I am active.

Ik kan verlegen zijn als ik de mensen niet ken.

I can be shy if I do not know the people.

Hij is niet eerlijk.

He is not honest.

Zij is erg vriendelijk maar niet erg slim.

She is very friendly but not very smart.

Zij zijn intelligente studenten.

They are intelligent students.

Ze zijn nogal dom, maar we zullen het hen niet vertellen.

They are rather dumb, but we will not tell them.

...

Exercise 2: Reorder sentences

Instruction: Make correct sentences and translate.

Show answers Show translation
1.
een | eerlijk | is | persoon. | Hij
Hij is een eerlijk persoon.
(He is a fair person.)
2.
vaak niet | Hij is | heel open. | slim, maar
Hij is slim, maar vaak niet heel open.
(He is intelligent, but often not very open.)
3.
lui, maar | Hij lijkt | ook vriendelijk. | een beetje
Hij lijkt een beetje lui, maar ook vriendelijk.
(He seems a bit lazy, but also friendly.)
4.
niet altijd | verlegen in | groepen. | Hij is
Hij is niet altijd verlegen in groepen.
(He is not always shy in groups.)
5.
onverwacht. | Slimme | komen | ideeën | vaak
Slimme ideeën komen vaak onverwacht.
(Intelligent ideas often come unexpectedly.)
6.
jongen | Ontmoeten | slimme | weer? | die | jullie
Ontmoeten jullie die slimme jongen weer?
(Are you meeting that clever boy again?)
7.
ze zeggen. | ondanks wat | Hij is | niet dom
Hij is niet dom ondanks wat ze zeggen.
(He is not stupid despite what they say.)

Exercise 3: Translate and use in a sentence

Instruction: Pick a word, translated and use the word in a sentence or dialogue.

1

Verlegen


Shy

2

Dom


Stupid

3

Open


Open

4

Vriendelijk


Friendly

5

Eerlijk


Honest

Exercise 4: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

jij, ontmoeten, ontmoet

1.
Ik ... een vriendelijke buurvrouw.
(I meet a friendly neighbour.)
2.
... ... ook een eerlijke collega?
(Do you also meet an honest colleague?)
3.
Hij ... een verlegen kind op school.
(He meets a shy child at school.)
4.
Wij ... vaak vriendelijke mensen.
(We often meet friendly people.)
5.
... jullie die slimme jongen weer?
(Do you meet that smart boy again?)
6.
Zij ... altijd nieuwe mensen.
(They always meet new people.)

Exercise 5: Negatie

Instruction: Fill in the correct word.

Grammar: Negation

Show translation Show answers

geen, niet

1.
Mijn zus is ... zo open over haar gevoelens.
(My sister is not so open about her feelings.)
2.
Het is ... slimme jongen.
(He is not a clever boy.)
3.
We hebben elkaar gisteren ... ontmoet.
(We did not meet each other yesterday.)
4.
Hij lijkt onvriendelijk, want hij toont ... interesse.
(He seems unfriendly because he shows no interest.)
5.
Het is ... eerlijk.
(It is not fair.)
6.
De jongen is ... zo gesloten als zijn vader.
(The boy is not as reserved as his father.)

Grammar

It's not the most exciting thing, we admit, but it’s absolutely essential (and we promise it'll pay off)!

Verb conjugation tables for this lesson

Ontmoeten to meet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
ik ontmoet I meet
jij ontmoet/ontmoet jij You meet
hij/zij/het ontmoet he/she/it meets
wij ontmoeten we meet
jullie ontmoeten you meet
zij ontmoeten They meet

Exercises and examples phrases

Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!

Do you want to practice Dutch today? That is possible! Just contact one of our teachers today.

Enroll now!

These lessons would not be possible without our amazing partners🙏