Ontmoeten (to meet) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

 Ontmoeten (to meet) - Verb conjugation and exercises

Ontmoeten - Conjugation of to meet in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

All conjugations and tenses: Ontmoeten (to meet) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Karakter en persoonlijkheid (Character and personality)

Conjugation of to meet in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
(ik) ontmoet I meet
(jij) ontmoet / ontmoet You meet
(hij/zij/het) ontmoet he/she/it meets
(wij) ontmoeten we meet
(jullie) ontmoeten you meet
(zij) ontmoeten they meet

Example phrases

Dutch English
Ik ontmoet een vriendelijke en open buur. I meet a friendly and open neighbour.
Jij ontmoet vaak verlegen mensen op het werk. You often meet shy people at work.
Hij ontmoet altijd eerlijke en slimme vrienden. He always meets honest and smart friends.
Wij ontmoeten elkaar bij de supermarkt vaak. We often meet each other at the supermarket.
Jullie ontmoeten nieuwe mensen op het feest. You meet new people at the party.
Zij ontmoeten elke week haar open collega’s. They meet her open colleagues every week.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

ontmoeten, ontmoet

1.
Ik ... een vriendelijke en open buur.
(I meet a friendly and open neighbour.)
2.
Jij ... vaak verlegen mensen op het werk.
(You often meet shy people at work.)
3.
Hij ... altijd eerlijke en slimme vrienden.
(He always meets honest and smart friends.)
4.
Wij ... elkaar bij de supermarkt vaak.
(We often meet each other at the supermarket.)
5.
Jullie ... nieuwe mensen op het feest.
(You meet new people at the party.)
6.
Zij ... elke week haar open collega’s.
(They meet her open colleagues every week.)