Ontmoeten (to meet) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of ontmoeten (to meet) for all verb tenses with example phrases and exercises.

 Ontmoeten (to meet) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A1

Module 4: Objecten en mensen beschrijven (Describing objects and people)

Lesson 28: Karakter en persoonlijkheid (Character and personality)

Infinitief Voltooid deelwoord
Ontmoeten (to meet) Ontmoet (Meet)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) ontmoet I meet
(jij) ontmoet / ontmoet You meet
(hij/zij/het) ontmoet he/she/it meets
(wij) ontmoeten we meet
(jullie) ontmoeten you meet
(zij) ontmoeten they meet

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) ontmoette I met
(jij) ontmoette You met
(hij/zij/het) ontmoette he/she/it met
(wij) ontmoetten we met
(jullie) ontmoetten you met
(zij) ontmoetten they met

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
(ik) heb ontmoet I have met
(jij) hebt ontmoet You have met
(hij/zij/het) heeft ontmoet he/she/it has met
(wij) hebben ontmoet we have met
(jullie) hebben ontmoet You have met
(zij) hebben ontmoet they have met

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) heb ontmoet I met
(jij) hebt ontmoet You have met
(hij/zij/het) heeft ontmoet he/she/it met
(wij) hebben ontmoet we have met
(jullie) hebben ontmoet You have met
(zij) hebben ontmoet they have met

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
(ik) zal ontmoeten I will meet
(jij) zult ontmoeten you will meet
(hij/zij/het) zal ontmoeten he/she/it will meet
(wij) zullen ontmoeten we will meet
(jullie) zullen ontmoeten you will meet
(zij) zullen ontmoeten they will meet

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal ontmoet hebben I will have met
(jij) zult/zal ontmoet hebben You will have met
(hij/zij/het) zal ontmoet hebben he/she/it will have met
(wij) zullen ontmoet hebben we will have met
(jullie) zullen ontmoet hebben You will have met
(zij) zullen ontmoet hebben they will have met
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
(ik) zou ontmoeten I would meet
(jij) zou ontmoeten you would meet
(hij/zij/het) zou ontmoeten he/she/it would meet
(wij) zouden ontmoeten we would meet
(jullie) zouden ontmoeten you would meet
(zij) zouden ontmoeten they would meet

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
(ik) zou ontmoet hebben I would have met
(jij) zou ontmoet hebben you would have met
(hij/zij/het) zou ontmoet hebben he/she/it would have met
(wij) zouden ontmoet hebben we would have met
(jullie) zouden ontmoet hebben You would have met
(zij) zouden ontmoet hebben They would have met
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Ontmoet! Meet!