Kleuren

Colours

Beschrijf de kleuren van gewone voorwerpen. (Describe the colours of common objects.)
Basis-, samengestelde en haarkleuren. (Basic, compound and hair colours.)
Het uitdrukken van voorkeuren en afkeuren (Expressing preferences and dislikes)

Previous Next

Listening & reading materials

Practice vocabulary in context with real materials.

A1.24.1 Kort verhaal

Dagelijkse Outfit Kiezen

Choosing Daily Outfit

Vocabulary (14)

Student worksheet

Share Copied!

Bevallen

To please Show

De kleur

The colour Show

Rood

Red Show

Wit

White Show

Zwart

Black Show

Grijs

Grey Show

Blauw

Blue Show

Geel

Yellow Show

Groen

Green Show

Paars

Purple Show

Roze

Pink Show

Oranje

Orange Show

Vinden

Find Show

Haten

Hate Show

Exercises

Student worksheet

Share Copied!

These exercises can be done together during conversation lessons or as homework.

Exercise 1: Conversation exercise

Instruction:

Beschrijf de kleuren van de kleding. (Describe the colours of the clothes.)
Beschrijf de haarkleur van elke persoon. (Describe the hair colour of each person.)
Beschrijf je eigen uiterlijk. (Describe your own appearance.)

Teaching guidelines +/- 10 minutes

Example phrases:

De schoenen zijn wit.

The shoes are white.

Zij heeft bruin haar.

She has brown hair.

De vrouw draagt een gele jurk.

The woman is wearing a yellow suite.

Zij heeft blond haar.

She has blond hair.

Ik draag een paarse blouse.

I'm wearing a purple blouse.

Alice draagt zwarte laarzen.

Alice is wearing black boots.

Zij draagt een spijkerbroek.

She is wearing a pair of jeans.

...

Exercise 2: Dialogue Cards

Instruction: Select a situation and practice the conversation with your teacher or fellow students.

Kleuren bespreken in de kledingwinkel

Example 1

Ik houd van die blauwe trui. Welke kleur vind jij leuk?

I love that blue jumper. Which colour do you like?

Ik vind de rode jas heel mooi, maar ik houd niet van geel.

I think the red coat is very nice, but I don't like yellow.

Persoonlijk ben ik dol op groen. Het past goed bij mijn haar.

Personally, I love green. It suits my hair well.

Ik houd niet van oranje; het is te fel voor mij.

I don't like orange; it is too bright for me.

Example 2

Welke kleur broek vind je leuk?

Which colour trousers do you like?

Ik houd van zwarte broeken, ze zijn makkelijk te combineren.

I love black trousers, they are easy to match.

Dat snap ik, maar ik vind bruine broeken ook mooi.

I get that, but I also like brown trousers.

Zelf ben ik dol op wit, vooral in de zomer.

I personally love white, especially in the summer.

Kleuren van het interieur bespreken

Example 1

De bank is grijs, vind je dat een mooie kleur?

The sofa is grey, do you think that is a nice colour?

Ja, ik houd van grijs in de woonkamer.

Yes, I like grey in the living room.

Ik ben dol op blauwe muren, die geven rust.

I love blue walls, they bring calm.

Ik houd niet van geel in het interieur, dat is te fel.

I don't like yellow in the interior; it's too bright.

Example 2

Heb je een favoriete kleur voor de kussens?

Do you have a favourite colour for the cushions?

Ik vind groene kussens leuk, ze passen goed bij planten.

I like green cushions, they go well with plants.

Ik houd van paarse kussens, ze zien er stijlvol uit.

I love purple cushions, they look stylish.

Ik haat rood in de kamer; dat is te intens.

I hate red in the room; it is too intense.

Over haarkleur praten en voorkeur geven

Example 1

Wat voor haarkleur heb je?

What colour is your hair?

Ik heb bruin haar, en jij?

I have brown hair, and you?

Ik heb blond haar. Ik ben dol op blond haar.

I have blonde hair. I love blonde hair.

Ik houd niet van rood haar; dat past niet bij mij.

I don't like red hair; it doesn't suit me.

Example 2

Vind je zwarte haarkleur mooi?

Do you like black hair colour?

Ja, ik houd van zwart haar; het ziet er elegant uit.

Yes, I love black hair; it looks elegant.

Ik vind kastanjebruin leuk, het is een zachte kleur.

I like chestnut brown, it is a soft colour.

Ik houd niet van grijs haar, dat past niet bij mijn stijl.

I don't like grey hair, it doesn't suit my style.

Exercise 3: Translate and use in a sentence

Instruction: Pick a word, translated and use the word in a sentence or dialogue.

Roze

Pink

Zwart

Black

Grijs

Grey

De kleur

The colour

Geel

Yellow

Exercise 4: Reorder sentences

Instruction: Make correct sentences and translate.

Show answers

de | houd | kleur | van | blauw. | Ik

oranje | leuk? | je | Vind | de | jas

niet van | de kleur | geel. | Ik houd

mooi. | is grijs | vind het | en ik | Mijn haar

is een | rood, dat | vrolijke kleur. | dol op | Ik ben

Exercise 5: Match a word

Instruction: Match the translations

Exercise 6: Cluster the words

Instruction: Sleep de woorden naar de juiste categorie: welke kleuren gebruik je voor haar en welke voor gewone voorwerpen?

Kleuren voor haar

Kleuren voor gewone voorwerpen

Exercise 7: Het uitdrukken van voorkeuren en afkeuren

Instruction: Fill in the correct word.

Grammar: Expressing preferences and dislikes

Show translation Show answers

houd, haten, zijn, houdt, vindt

1. Dol zijn op:

Wij ... dol op groene appels.

2. Niet leuk vinden:

Hij ... die gele jas niet leuk.

3. Houden van:

Ik ... van de kleur blauw.

4. Haten:

Zij ... rode tomaten.

5. Niet houden van:

Jij ... niet van oranje.

Grammar Share Copied!

It's not the most exciting thing, we admit, but it’s absolutely essential (and we promise it'll pay off)!

A1.24.2 Grammatica

Het uitdrukken van voorkeuren en afkeuren

Expressing preferences and dislikes

Verb conjugation tables for this lesson

Student worksheet

Share Copied!

Vinden find Share Copied!

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch	English
(ik) vind	I find
(jij) vindt/vind	you find
(hij/zij/het) vindt	he/she/it finds
(wij) vinden	we find
(jullie) vinden	you find
(zij) vinden	they find

Exercises and examples phrases

Haten hate Share Copied!

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch	English
(ik) haat	I hate
(jij) haat/haat	you hate/hates
(hij/zij/het) haat	he/she/it hates
(wij) haten	we hate
(jullie) haten	you hate
(zij) haten	they hate

Exercises and examples phrases

Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!

Do you want to practice Dutch today? That is possible! Just contact one of our teachers today.

Enroll now!

Colours