Dingen vragen

Asking things

Stel en beantwoord vragen. (Ask and answer questions.)
Leer de vraagwoorden. (Learn the question words.)
De uitspraak van ui, ou, eu, oe (The pronunciation of ui, ou, eu, oe)

Previous Next

Listening & reading materials

Practice vocabulary in context with real materials.

Dutch A1.18.1 Cooking together on a Tuesday evening

A1.18.1 Dialoog

Samen koken op een dinsdagavond

Cooking together on a Tuesday evening

Vocabulary (11)

Student worksheet

Share Copied!

Waar?

Where? Show

Het antwoord

The answer Show

Waarheen?

Where to? Show

Hoe?

How? Show

Hoeveel?

How much? Show

Antwoorden

To answer Show

Waarom?

Why? Show

Wanneer?

When? Show

Wat?

What? Show

Vragen

Ask Show

Willen

To want Show

Exercises

Student worksheet

Share Copied!

These exercises can be done together during conversation lessons or as homework.

Exercise 1: Conversation exercise

Instruction:

Maak een zin die bij de afbeelding past, gebruik een vraag. (Make a phrase that matches the picture, using a question.)

Teaching guidelines +/- 10 minutes

Example phrases:

Hoeveel is de rekening?

How much is the bill?

Wat zeg je?

What do you say?

Welke wil je?

Which one do you want?

Waar moeten we heen?

Where do we have to go?

Wat is jouw baan?

What is your job?

Welke taal spreek je?

What language do you speak?

...

Exercise 2: Dialogue Cards

Instruction: Select a situation and practice the conversation with your teacher or fellow students.

Informatie vragen bij het recreatiepark

Example 1

Waar is de ingang van het park?

Where is the entrance to the park?

De ingang is aan de zuidkant, naast het grote huis.

The entrance is on the south side, next to the large house.

Is er een plek om iets kouds te drinken?

Is there a place to get something cold to drink?

Ja, bij de kiosk naast de deur van het museum.

Yes, at the kiosk next to the door of the museum.

Example 2

Welke activiteiten zijn er vandaag?

What activities are there today?

Er is een boottocht en boogschieten.

There is a boat trip and archery.

Hoe laat begint de rondleiding?

What time does the tour start?

De rondleiding begint om drie uur bij het houten paviljoen.

The guided tour starts at three o'clock at the wooden pavilion.

Vragen stellen in de bibliotheek

Example 1

Waar kan ik het boek over geschiedenis vinden?

Where can I find the book about history?

Dat boek staat op de tweede verdieping, rechts van de deur.

That book is on the second floor, to the right of the door.

Hoe lang mag ik het boek lenen?

How long can I borrow the book for?

Je mag het boek drie weken houden, tot het einde van de maand.

You may keep the book for three weeks, until the end of the month.

Example 2

Heeft u ook romans van Nederlandse auteurs?

Do you also have novels by Dutch authors?

Ja, die staan op de eerste verdieping, in de hoek bij het raam.

Yes, they are on the first floor, in the corner by the window.

Mag ik ook e-books lenen?

May I also borrow e-books?

Ja, met je pas kun je die online downloaden.

Yes, with your pass you can download it online.

Vragen over het weer en kleding

Example 1

Hoe wordt het weer vandaag in de stad?

What is the weather like in the city today?

Het wordt koud en er is kans op sneeuw in de avond.

It is getting cold and there is a chance of snow in the evening.

Welke kleding raad je aan voor vandaag?

What clothes do you recommend for today?

Draag een warme jas en een wollen sjaal; dat helpt goed tegen de kou.

Wear a warm coat and a woollen scarf; that helps well against the cold.

Example 2

Is het vandaag een goede dag voor een wandeling?

Is today a good day for a walk?

Niet echt, het is nat en het waait hard.

Not really, it is wet and very windy.

Kan ik dan beter binnenblijven?

Should I stay inside then?

Ja, dat is slim. Misschien is een boek lezen in huis een goed idee.

Yes, that's clever. Maybe reading a book indoors is a good idea.

Exercise 3: Translate and use in a sentence

Instruction: Pick a word, translated and use the word in a sentence or dialogue.

Antwoorden

To answer

Waar?

Where?

Waarheen?

Where to?

Willen

To want

Wanneer?

When?

Exercise 4: Reorder sentences

Instruction: Make correct sentences and translate.

Show answers

op deze | vraag? | jouw antwoord | Wat is

heb | je | thuis? | boeken | Hoeveel

je | ga | naartoe? | vandaag | Waar

huis | is | koud? | Wanneer | het

neus? | over de | Wat wil | je vragen

Exercise 5: Match a word

Instruction: Match the translations

Exercise 6: Cluster the words

Instruction: Verdeel de onderstaande woorden in twee groepen: woorden die je gebruikt om iets te vragen en woorden die te maken hebben met vragen en antwoorden.

Vraagwoorden om informatie te vragen

Woorden over vragen en antwoorden

Grammar Share Copied!

It's not the most exciting thing, we admit, but it’s absolutely essential (and we promise it'll pay off)!

A1.18.2 Grammatica

De uitspraak van ui, ou, eu, oe

The pronunciation of ui, ou, eu, oe

Verb conjugation tables for this lesson

Student worksheet

Share Copied!

Vragen ask Share Copied!

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch	English
(ik) vraag	I ask
(jij) vraagt	you ask
(hij/zij/het) vraagt	he/she/it asks
(wij) vragen	we ask
(jullie) vragen	you ask
(zij) vragen	they ask

Exercises and examples phrases

Antwoorden to answer Share Copied!

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch	English
(ik) antwoord	I answer
(jij) antwoordt	You answer
(hij/zij/het) antwoordt	he/she/it answers
(wij) antwoorden	we answer
(jullie) antwoorden	you answer
(zij) antwoorden	they answer

Exercises and examples phrases

Willen to want Share Copied!

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch	English
(ik) wil	I want
(jij) wilt/wil	you want
(hij/zij/het) wil	he/she/it wants
(wij) willen	we want
(jullie) willen	you want
(zij) willen	they want

Exercises and examples phrases

Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!

Do you want to practice Dutch today? That is possible! Just contact one of our teachers today.

Enroll now!

Asking things