Zich voelen (to feel) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

 Zich voelen (to feel) - Verb conjugation and exercises

Zich voelen - Conjugation of to feel in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

All conjugations and tenses: Zich voelen (to feel) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Emoties en gevoelens (Emotions and feelings)

Conjugation of to feel in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
ik voel me I feel
jij voelt je you feel
hij/zij/het voelt zich he/she/it feels
wij voelen ons we feel
jullie voelen je/jullie You feel
zij voelen zich They feel

Example phrases

Dutch English
Ik voel me gelukkig vandaag. I feel happy today.
Voelt je zenuwachtig voor de test? Do you feel nervous about the test?
Hij voelt zich rustig in de ochtend. He feels calm in the morning.
Wij voelen ons blij bij vrienden. We feel happy with friends.
Voelen je/jullie je boos op hem? Do you feel angry at him?
Zij voelen zich goed na het lachen. They feel good after laughing.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

voel me, voelt zich, voelt je, voelen zich, voelen je/jullie, voelen ons

1.
Ik ... gelukkig vandaag.
(I feel happy today.)
2.
Zij ... goed na het lachen.
(They feel good after laughing.)
3.
Wij ... blij bij vrienden.
(We feel happy with friends.)
4.
... zenuwachtig voor de test?
(Do you feel nervous about the test?)
5.
... je boos op hem?
(Do you feel angry at him?)
6.
Hij ... rustig in de ochtend.
(He feels calm in the morning.)