10K+ students - 4.8/5

Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Zich voelen (to feel) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of zich voelen (to feel) for all verb tenses with example phrases and exercises.

 Zich voelen (to feel) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A1

Module 4: Objecten en mensen beschrijven (Describing objects and people)

Lesson 25: Emoties en gevoelens (Emotions and feelings)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zich voelen (to feel) Zich gevoeld (Felt)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
ik voel I feel
jij voelt you feel
hij/zij/het voelt he/she/it feels
wij voelen we feel
jullie voelen you feel
zij voelen They feel

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
ik voelde me I felt
jij voelde je/voelde jij je You felt
hij/zij/het voelde zich he/she/it felt
wij voelden ons We felt
jullie voelden je/voelden jullie je You felt
zij voelden zich They felt

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
ik heb me gevoeld I have felt
jij hebt/heb je gevoeld You have felt
hij/zij/het heeft zich gevoeld He/she/it has felt
wij hebben ons gevoeld we have felt
jullie hebben je gevoeld You have felt
zij hebben zich gevoeld They have felt

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
ik heb me gevoeld I have felt
jij hebt/heb je gevoeld you have felt
hij/zij/het heeft zich gevoeld He/she/it has felt
wij hebben ons gevoeld We have felt
jullie hebben jullie gevoeld you have felt
zij hebben zich gevoeld They have felt

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
ik zal me voelen I will feel
jij zal je voelen You will feel
hij/zij/het zal zich voelen he/she/it will feel
wij zullen ons voelen We will feel
jullie zullen je voelen You will feel
zij zullen zich voelen They will feel

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
ik zal/zou me gevoeld hebben I will/would have felt
jij zult/zou je gevoeld hebben You will/would have felt
hij/zij/het zal/zou zich gevoeld hebben He/she/it would have felt
wij zullen/zouden ons gevoeld hebben We will/would have felt
jullie zullen/zouden je gevoeld hebben You will/would have felt
zij zullen/zouden zich gevoeld hebben They will/would have felt
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
ik zou me voelen I would feel
jij zou je voelen You would feel
hij/zij/het zou zich voelen He/she/it would feel
wij zouden ons voelen We would feel
jullie zouden je voelen You would feel
zij zouden zich voelen They would feel

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
ik zou me gevoeld hebben I would have felt
jij zou je gevoeld hebben You would have felt
hij/zij/het zou zich gevoeld hebben He/she/it would have felt
wij zouden ons gevoeld hebben We would have felt
jullie zouden je gevoeld hebben You would have felt
zij zouden zich gevoeld hebben They would have felt
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Voel! Feel!