Eten (eat) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

 Eten (eat) - Verb conjugation and exercises

Eten - Conjugation of Eat in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

All conjugations and tenses: Eten (eat) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Dagelijks eten (Daily food)

Conjugation of eat in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
ik eet I eat
jij eet You eat
hij/zij/het eet he/she/it eats
wij eten we eat
jullie eten you eat
zij eten They eat

Example phrases

Dutch English
Ik eet brood op woensdagmiddag. I eat bread on Wednesday afternoon.
Jij eet 's avonds een appel. You eat an apple in the evening.
Hij eet pasta op maandagavond. He eats pasta on Monday evening.
Wij eten vaak pizza op vrijdag. We often eat pizza on Fridays.
Jullie eten vis op zaterdagochtend. You eat fish on Saturday morning.
Zij eten soep op zondagmiddag. They eat soup on Sunday afternoon.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

eet, eten

1.
Zij ... soep op zondagmiddag.
(They eat soup on Sunday afternoon.)
2.
Hij ... pasta op maandagavond.
(He eats pasta on Monday evening.)
3.
Jij ... 's avonds een appel.
(You eat an apple in the evening.)
4.
Jullie ... vis op zaterdagochtend.
(You eat fish on Saturday morning.)
5.
Wij ... vaak pizza op vrijdag.
(We often eat pizza on Fridays.)
6.
Ik ... brood op woensdagmiddag.
(I eat bread on Wednesday afternoon.)