Learning module 2: From hours to seasons
Dutch A1.11: Seasons, months and parts of the year
Seizoenen, maanden en delen van het jaar
- Leer de 4 seizoenen van het jaar (Learn the 4 seasons of the year)
- Leer de namen van de 12 maanden (Learn the names of the 12 months)
3000+ students already enrolled
Conversation exercise Share Copied!
- Noem de namen van elk seizoen. (Tell the names of each season. )
- Welk weer is het in elk seizoen? (What weather is it in each season?)
Teaching guidelines +/- 10 minutes
Example phrases:
|
In de zomer zijn er drie maanden: juni, juli en augustus. In summer there are three months: June, July and August. |
|
In de zomer is het heet. In summer it is hot. |
|
September, oktober en november zijn in de herfst en er is regen. September, October and November are in autumn and there is rain. |
|
December, januari en februari zijn de wintermaanden. December, January and February are the winter months. |
|
In de wintermaanden sneeuwt het soms. In the winter months it snows sometimes. |
|
Maart, april en mei zijn de lentemaanden en het weer is fris. March, April and May are the spring months and the weather is fresh. |
| ... |
Exercises Share Copied!
These exercises can be done together during conversation lessons or as homework.
Coming soon...
Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!
Do you want to practice Dutch today? That is possible! Just contact one of our teachers today.
These lessons would not be possible without our amazing partners🙏
