Lijken (to seem) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

 Lijken (to seem) - Verb conjugation and exercises

Lijken - Conjugation of To seem in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

All conjugations and tenses: Lijken (to seem) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Fysiek en uiterlijk (Physical appearance)

Conjugation of to seem in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
ik lijk I seem
jij lijkt You seem
hij/zij/het lijkt He/she/it seems
wij lijken We seem
jullie lijken You seem
zij lijken They seem

Example phrases

Dutch English
Ik lijk op mijn vader. I look like my father.
Jij lijkt altijd moe. You always seem tired.
Hij lijkt op een acteur. He looks like an actor.
Wij lijken wel familie. We seem like family.
Jullie lijken allemaal blij. You all seem happy.
Zij lijken op elkaar. They look like each other.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

lijken, lijk, lijkt

1.
Wij ... wel familie.
(We seem like family.)
2.
Ik ... op mijn vader.
(I look like my father.)
3.
Jij ... altijd moe.
(You always seem tired.)
4.
Jullie ... allemaal blij.
(You all seem happy.)
5.
Hij ... op een acteur.
(He looks like an actor.)
6.
Zij ... op elkaar.
(They look like each other.)