Lezen (to read) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

 Lezen (to read) - Verb conjugation and exercises

Lezen - Conjugation of to read in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

All conjugations and tenses: Lezen (to read) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Hobby's beschrijven (Describing hobbies)

Conjugation of to read in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
ik lees I read
jij leest You read
hij/zij/het leest he/she/it reads
wij lezen we read
jullie lezen you read
zij lezen They read

Example phrases

Dutch English
Ik lees graag een boek. I like to read a book.
Jij leest vaak spannende verhalen. You often read thrilling stories.
Hij leest een artikel over sport. He is reading an article about sports.
Wij lezen samen in de bibliotheek. We read together in the library.
Jullie lezen de krant bij het ontbijt. You read the newspaper at breakfast.
Zij lezen boeken over kunst en schilderijen. They read books about art and paintings.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

lees, leest, lezen

1.
Ik ... graag een boek.
(I like to read a book.)
2.
Jij ... vaak spannende verhalen.
(You often read thrilling stories.)
3.
Hij ... een artikel over sport.
(He is reading an article about sports.)
4.
Wij ... samen in de bibliotheek.
(We read together in the library.)
5.
Jullie ... de krant bij het ontbijt.
(You read the newspaper at breakfast.)
6.
Zij ... boeken over kunst en schilderijen.
(They read books about art and paintings.)