Past participles as adjectives

Past participles are inflected as an adjective with a noun, for example: 'gedweilde vloer'.

Grammatica: Voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

A1 Dutch Past participle as adjective

Level: A1

Module 6: De stad en het dorp (The city and the village)

Lesson 39: Eten bestellen en uit eten gaan (Ordering food and dining out)

Teaching guidelines +/- 15 minutes

Audio and video

Audio with translations
Audio with translations

  1. Past participles used as adjectives are inflected like other adjectives.
  2. Use of double -t or -d depending on the stem.
 LidwoordRegelVoorbeeld (Example)
Enkelvoudde
het
+e
+e
De bestelde taart (The ordered cake)
Het geboekte hotel (The booked hotel)
Meervoudde+eDe bereide gerechten (The prepared dishes)
Met 'een'bij de-woord
bij het-woord
+e
-
een gereserveerde tafel (a reserved table)
een geleend boek (a borrowed book)

Exercise 1: Voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Instruction: Fill in the correct word.

Show translation Show answers

geserveerde, bestelde, gedronken, gekookte, geboekte, geplande, gekozen, bereide

1. Plannen:
De ... reservering is bevestigd.
(The planned reservation is confirmed.)
2. Drinken:
De ... koffie was te sterk.
(The coffee that was drunk was too strong.)
3. Kiezen:
Het ... hoofdgerecht was niet lekker.
(The chosen main course was not tasty.)
4. Bestellen:
De ... taart is heerlijk.
(The ordered cake is delicious.)
5. Boeken:
De ... tafel in het restaurant wordt voor ons klaargemaakt.
(The reserved table in the restaurant is being prepared for us.)
6. Koken:
Het ... gerecht is klaar om te eten.
(The cooked dish is ready to eat.)
7. Bereiden:
De ... gerechten zijn lekker.
(The prepared dishes are tasty.)
8. Serveren:
Het ... drankje was koud.
(The served drink was cold.)

Exercise 2: Translate and use in a sentence

Instruction: Pick a word, translated and use the word in a sentence or dialogue.

1

bestelde


ordered

2

geplande


scheduled

3

bereide


prepared

4

gekozen


chosen