10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Luisteren (to listen) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of luisteren (to listen) for all verb tenses with example phrases and exercises.

Luisteren (to listen) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A1

Module 6: De stad en het dorp (The city and the village)

Lesson 41: Hobby's beschrijven (Describing hobbies)

Infinitief Voltooid deelwoord
Luisteren (to listen) Geluisterd (Listened)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) luister I listen
(jij) luister/luistert you listen
(hij/zij/het) luistert he/she/it listens
(wij) luisteren we listen
(jullie) luisteren you listen
(zij) luisteren They listen

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) luisterde I listened
(jij) luisterde You listened
(hij/zij/het) luisterde he/she/it listened
(wij) luisterden we listened
(jullie) luisterden you listened
(zij) luisterden they listened

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
(ik) heb geluisterd I have listened
(jij) hebt/luistert you have/listened
(hij/zij/het) heeft geluisterd he/she/it has listened
(wij) hebben geluisterd we have listened
(jullie) hebben geluisterd You have listened
(zij) hebben geluisterd they have listened

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) heb geluisterd I listened
(jij) hebt/heeft geluisterd You have listened
(hij/zij/het) heeft geluisterd he/she/it listened
(wij) hebben geluisterd we have listened
(jullie) hebben geluisterd you have listened
(zij) hebben geluisterd they listened

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
(ik) zal geluisterd hebben I will have listened
(jij) zult geluisterd hebben you will have listened
(hij/zij/het) zal geluisterd hebben he/she/it will have listened
(wij) zullen geluisterd hebben we will have listened
(jullie) zullen geluisterd hebben you will have listened
(zij) zullen geluisterd hebben They will have listened

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal hebben geluisterd I will have listened
(jij) zult/zal hebben geluisterd you will have listened
(hij/zij/het) zal hebben geluisterd he will have listened
(wij) zullen hebben geluisterd we will have listened
(jullie) zullen hebben geluisterd you will have listened
(zij) zullen hebben geluisterd they will have listened
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
(ik) zou luisteren I would listen
(jij) zou luisteren you would listen
(hij/zij/het) zou luisteren he/she/it would listen
(wij) zouden luisteren we would listen
(jullie) zouden luisteren you would listen
(zij) zouden luisteren they would listen

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
(ik) zou geluisterd hebben I would have listened
(jij) zou geluisterd hebben You would have listened
(hij/zij/het) zou geluisterd hebben he/she/it would have listened
(wij) zouden geluisterd hebben we would have listened
(jullie) zouden geluisterd hebben you would have listened
(zij) zouden geluisterd hebben they would have listened
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Luister! Listen