- A passive sentence often has no subject.
- A passive sentence always contains a form of the auxiliary verb worden or zijn and a past participle.
- In a passive sentence, the acting person is indicated with 'door', which can usually be omitted.
Werkwoordstijd (Verb tense) | Actief (active) | Passief (Passive) |
---|---|---|
onvoltooid tegenwoordige tijd (present simple tense) | Jan start het videogesprek. (Jan starts the video call.) | Het videogesprek wordt gestart (door Jan). (The video call is started (by Jan).) |
onvoltooid verleden tijd (imperfect tense) | Hij gebruikte zijn computer nauwelijks. (He hardly used his computer.) | Zijn computer werd nauwelijks gebruikt (door hem). (His computer was hardly used (by him).) |
voltooid tegenwoordige tijd (present perfect tense) | Anna heeft het videogesprek afgebroken. (Anna has ended the video call.) | Het videogesprek is afgebroken (door Anna). (The video call has been disconnected (by Anna).) |
voltooid verleden tijd (past perfect tense) | Ik had het gesprek gestart. (I had started the conversation.) | Het gesprek was gestart (door mij). (The conversation was started (by me).) |
Exercise 1: Passieve zinnen
Instruction: Fill in the correct word.
is, werd, wordt, was
1.
De laptop ... vorige week niet goed verbonden.
(The laptop was not connected properly last week.)
2.
De uitrusting ... dagelijks schoongemaakt.
(The equipment is cleaned daily.)
3.
De verbinding ... regelmatig getest op snelheid.
(The connection is regularly tested for speed.)
4.
De verbinding ... meteen hersteld na de storing.
(The connection was immediately restored after the fault.)
5.
Het platform ... al meerdere keren getest vandaag.
(The platform has been tested several times today.)
6.
De digitale uitrusting ... geleverd door een extern bedrijf.
(The digital equipment is supplied by an external company.)
7.
De computer ... gisteren door de technicus gerepareerd.
(The computer was repaired by the technician yesterday.)
8.
Het videogesprek ... elke ochtend automatisch gestart.
(The video call is automatically started every morning.)
Exercise 2: Multiple Choice
Instruction: Kies de correcte passieve zin. Let op of de zin de juiste passieve vorm heeft met hulpwerkwoord 'worden' of 'zijn' en een voltooid deelwoord, en of de zin grammaticaal correct is.
1.
Het hulpwerkwoord 'wordt' staat hier twee keer, wat fout is in passieve constructies.
Het hulpwerkwoord 'wordt' wordt hier dubbel gebruikt, wat niet correct is in een passieve zin.
2.
Dit is een actieve zin zonder passieve vorm en dus niet correct binnen deze oefening.
'Door' moet gevolgd worden door een handelende persoon; dat ontbreekt hier, waardoor de zin fout is.
3.
In deze context hoort voor onvoltooid tegenwoordige tijd het hulpwerkwoord 'worden' gebruikt te worden, niet 'is'.
Dit is een actieve zin en bevat geen passieve constructie.
4.
Het combineren van verschillende tijdsvormen binnen één passieve zin is incorrect.
De toevoeging van 'waren' is grammaticaal onjuist en maakt de zin fout.