How do you tell the time? Share Copied!
Use 'kwart over', 'kwart voor', and 'half' to describe the time.
Grammatica: Hoe zeg je de tijd?
A1 Dutch Telling time
Level: A1
Module 2: Van uren tot seizoenen (From hours to seasons)
Lesson 13: Hoe laat is het? De klok lezen. (Telling the time and reading the clock)
Teaching guidelines +/- 15 minutes
Audio and video
- Ask for the time with 'Hoe laat is het?'.
- Say the hour with 'Het is...' followed by the time.
| Tijd | Nederlandse uitdrukking |
|---|---|
| 12:00 | Het is twaalf uur |
| 12:05 | Het is vijf over twaalf |
| 12:10 | Het is tien over twaalf |
| 12:15 | Het is kwart over twaalf |
| 12:30 | Het is half één |
| 12:45 | Het is kwart voor één |
| 12:50 | Het is tien voor één |
| 12:55 | Het is vijf voor één |
Exceptions!
- For 'quarter past' and 'quarter to,' use the nearest hour.
Exercise 1: Hoe zeg je de tijd?
Instruction: Fill in the correct word.
half drie, vijf voor twaalf, kwart voor vijf, tien over twee, vier uur, tien voor vier, half acht
Exercise 2: Translate and use in a sentence
Instruction: Pick a word, translated and use the word in a sentence or dialogue.
1
tien voor vier
ten to four
2
half acht
half past seven
3
vier uur
four o'clock
4
half drie
half past two
