Teaching guidelines +/- 15 minutes

Audio and video

  1. Use the reële voorwaarde in situations that are possible or probable in the future.
  2. The main clause often follows the condition, but it may also come first.
 Voorwaarde (Condition)Hoofdzin (Main clause)
Structuur (Structure)Als + tegenwoordige tijd toekomende tijd
Voorbeelden (Examples)Als het regent, zullen we binnen blijven. (If it rains, we will stay inside.)
Structuur (Structure)Als + tegenwoordige tijdimperatief
Voorbeelden (Examples)Als je tijd hebt, bel me dan. (If you have time, call me then.)

Exceptions!

  1. The word 'dan' is often used with an imperative.
  2. The main clause describes the result, not the condition.

Exercise 1: De reële voorwaarde

Instruction: Fill in the correct word.

Show translation Show answers

roep, uitnodigt, schenk, kom, zal, zullen

1.
Als je vrienden ..., zal het een gezellige avond worden.
(If you invite friends, it will be a cosy evening.)
2.
Als je komt, ... we kaartspelletjes spelen.
(If you come, we will play card games.)
3.
Als het diner klaar is, ... dan iedereen aan tafel.
(When the dinner is ready, call everyone to the table.)
4.
Als je op tijd komt, ... we beginnen met het bordspel.
(If you arrive on time, we will start with the board game.)
5.
Als je mijn vriend wilt ontmoeten, ... ik hem uitnodigen.
(If you want to meet my boyfriend, I will invite him.)
6.
Als je zin hebt in een gezellige borrel, ... dan langs.
(If you're in the mood for a convivial drink, come by.)
7.
Als je er zin hebt, ... we een schaakspel spelen.
(If you feel like it, we will play a game of chess.)
8.
Als je iets wil geven, ... dan een bos bloemen.
(If you want to give something, then give a bouquet of flowers.)

Exercise 2: Multiple Choice

Instruction: Kies de correcte zin met een reële voorwaarde die een mogelijke situatie in de toekomst beschrijft.

1.
De voorwaarde gebruikt verleden tijd (had); bij een reële voorwaarde moet het tegenwoordige tijd zijn.
De voorwaarde bevat een toekomende tijdsvorm (zal hebben), wat onjuist is; bij reële voorwaarden gebruiken we altijd de tegenwoordige tijd.
2.
Hier wordt de imperatief in de hoofdzin gebruikt, maar het is een minder geschikte toekomstuiting dan een werkwoord in de toekomende tijd voor deze oefening.
De voorwaarde staat in de verleden tijd (had); bij reële voorwaarden moet dit de tegenwoordige tijd zijn.
3.
De werkwoordvolgorde is incorrect; 'zullen' moet voor het hoofdwerkwoord staan.
De bijzin gebruikt onterecht de toekomende tijd ('zal regenen'); bij reële voorwaarden gebruik je de tegenwoordige tijd.
4.
De woordvolgorde in de hoofdzin is onjuist; dit is geen correcte zinsbouw in het Nederlands.
De voorwaarde staat in de verleden tijd ('was'), wat niet klopt bij een reële voorwaarde.