Zijn (to be) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Past Perfect, indicative mood)

 Zijn (to be) - Verb conjugation and exercises

Zijn - Conjugation of To be in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the past perfect, indicative mood tense (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Past Perfect, indicative mood)

All conjugations and tenses: Zijn (to be) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Groeten en afscheid (Greetings and Farewells)

Conjugation of to be in Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Dutch English
(ik) was I was
(jij) was / wa(e)r you were
(hij/zij/het) was he/she/it was
(wij) waren we were
(jullie) waren you were
(zij) waren they were

Example phrases

Dutch English
Ik was altijd zenuwachtig voor de toets op de middelbare school. I was always nervous before the test at secondary school.
Jij was vaak aanwezig in het klaslokaal tijdens de lessen. You were often present in the classroom during lessons.
Hij was trots op zijn goede cijfers in de kindertijd. He was proud of his good grades in childhood.
Wij waren blij met de ervaring op de basisschool vorig jaar. We were happy with the experience at primary school last year.
Jullie waren geïnteresseerd in de nostalgie van de herinneringen. You were interested in the nostalgia of the memories.
Zij waren vergeten zich in te schrijven voor het volgende schooljaar. They had forgotten to register for the next school year.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

waren, was

1.
Jij ... vaak aanwezig in het klaslokaal tijdens de lessen.
(You were often present in the classroom during lessons.)
2.
Ik ... altijd zenuwachtig voor de toets op de middelbare school.
(I was always nervous before the test at secondary school.)
3.
Wij ... blij met de ervaring op de basisschool vorig jaar.
(We were happy with the experience at primary school last year.)
4.
Hij ... trots op zijn goede cijfers in de kindertijd.
(He was proud of his good grades in childhood.)
5.
Zij ... vergeten zich in te schrijven voor het volgende schooljaar.
(They had forgotten to register for the next school year.)
6.
Jullie ... geïnteresseerd in de nostalgie van de herinneringen.
(You were interested in the nostalgia of the memories.)