Zich wassen (to wash oneself) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Present perfect tense, indicative mood) Share Copied!

Zich wassen - Conjugation of To wash oneself in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present perfect tense, indicative mood tense (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Present perfect tense, indicative mood)
All conjugations and tenses: Zich wassen (to wash oneself) - Verb conjugation and exercises
Syllabus: Dutch lesson - Dagelijkse routines (Daily routines)
Conjugation of to wash oneself in Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Dutch | English |
---|---|
ik heb me gewassen | I have washed myself |
jij hebt je gewassen / heb je je gewassen? | You have washed yourself / Have you washed yourself? |
hij/zij/het heeft zich gewassen | He/she/it has washed himself/herself/itself |
wij hebben ons gewassen | We have washed ourselves |
jullie hebben je gewassen | You have washed yourselves |
zij hebben zich gewassen | They have washed themselves |
Example phrases
Dutch | English |
---|---|
Ik heb me gewassen met de zeep vanmorgen. | I have washed myself with the soap this morning. |
Jij hebt je gewassen voor het tandenpoetsen. | You have washed yourself before brushing your teeth. |
Hij heeft zich gewassen met shampoo en gel. | He has washed himself with shampoo and gel. |
Wij hebben ons gewassen en daarna deodorant gebruikt. | We have washed ourselves and then used deodorant. |
Jullie hebben je gewassen en de zeep gebruikt. | You have washed yourselves and used the soap. |
Zij hebben zich gewassen en de zalf goed ingesmeerd. | They have washed themselves and rubbed the ointment in well. |
Exercise: Verb conjugation
Instruction: Choose the correct form.
zich, gewassen, je, jullie hebben je gewassen, hij, zij hebben zich gewassen, heeft, jij, <strong>heb, wij hebben ons gewassen, ik heb me gewassen