Zich inschrijven (to register) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Present perfect tense, indicative mood)

 Zich inschrijven (to register) - Verb conjugation and exercises

Zich inschrijven - Conjugation of to register in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present perfect tense, indicative mood tense (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Present perfect tense, indicative mood)

All conjugations and tenses: Zich inschrijven (to register) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Mijn tijd op school (My time at school)

Conjugation of to register in Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Dutch English
(ik) heb me ingeschreven I have registered
(jij) hebt je ingeschreven / hebt u ingeschreven you have registered / you have registered
(hij/zij/het) heeft zich ingeschreven he/she/it has registered
(wij) hebben ons ingeschreven We have registered
(jullie) hebben je ingeschreven you have registered
(zij) hebben zich ingeschreven they have registered

Example phrases

Dutch English
Ik heb me ingeschreven voor de fotografie workshop. I have registered for the photography workshop.
Jij hebt je ingeschreven voor de groepsles muziek. You have registered for the group music lesson.
De instructeur heeft zich ingeschreven als fotograaf. He has registered as a photographer.
Wij hebben ons ingeschreven voor een cursus volgen. We have registered for a course.
Jullie hebben je ingeschreven voor de privéles piano. You have registered for the private piano lesson.
Zij hebben zich ingeschreven om zich te amuseren. They have registered to have fun.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

hebt, hebben je ingeschreven, heeft zich ingeschreven, ingeschreven, heb me ingeschreven, hebben ons ingeschreven, u, hebben zich ingeschreven, je

1.
Jullie ... voor de privéles piano.
(You have registered for the private piano lesson.)
2.
Jij ... ... ... voor de groepsles m...ziek.
(You have registered for the group music lesson.)
3.
De instructeur ... als fotograaf.
(He has registered as a photographer.)
4.
Wij ... voor een cursus volgen.
(We have registered for a course.)
5.
Ik ... voor de fotografie workshop.
(I have registered for the photography workshop.)
6.
Zij ... om zich te amuseren.
(They have registered to have fun.)