Winnen (to win) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of winnen (to win) for all verb tenses with example phrases and exercises.

 Winnen (to win) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A2

Module 6: Op het werk (At work)

Lesson 39: Teamwerk (Teamwork)

Infinitief Voltooid deelwoord
Winnen (to win) Gewonnen (won)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) win I win
(jij) wint you win
(hij/zij/het) wint he/she/it wins
(wij) winnen we win
(jullie) winnen you win
(zij) winnen they win

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) won I won
(jij) wonn(e/de) you won
(hij/zij/het) won he/she/it won
(wij) wonnen we won
(jullie) wonnen you won
(zij) wonnen they won

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
ik heb gewonnen I have won
jij hebt gewonnen / heb jij gewonnen You have won / have you won
hij/zij/het heeft gewonnen he/she/it has won
wij hebben gewonnen we have won
jullie hebben gewonnen You have won
zij hebben gewonnen They have won

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) heb gewonnen I have won
(jij) heb/wilt winnen you have/want to win
(hij/zij/het) heeft gewonnen he/she/it has won
(wij) hebben gewonnen we have won
(jullie) hebben gewonnen You have won
(zij) hebben gewonnen they have won

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
ik zal winnen I will win
jij zult winnen / zal jij winnen you will win / will you win
hij/zij/het zal winnen he/she/it will win
wij zullen winnen we will win
jullie zullen winnen you will win
zij zullen winnen They will win

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal gewonnen hebben I will have won
(jij) zal gewonnen hebben / zul gewonnen hebben You will have won
(hij/zij/het) zal gewonnen hebben he/she/it will have won
(wij) zullen gewonnen hebben we will have won
(jullie) zullen gewonnen hebben you will have won
(zij) zullen gewonnen hebben They will have won
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
(ik) zou winnen I would win
(jij) zou winnen you would win
(hij/zij/het) zou winnen he/she/it would win
(wij) zouden winnen we would win
(jullie) zouden winnen you would win
(zij) zouden winnen they would win

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
(ik) zou gewonnen hebben I would have won
(jij) zou gewonnen hebben you would have won
(hij/zij/het) zou gewonnen hebben he/she/it would have won
(wij) zouden gewonnen hebben we would have won
(jullie) zouden gewonnen hebben you would have won
(zij) zouden gewonnen hebben they would have won
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Win! You win