Wegen (to weigh) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Past Perfect, indicative mood) Share Copied!
Wegen - Conjugation of to weigh in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the past perfect, indicative mood tense (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).
Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Past Perfect, indicative mood)
All conjugations and tenses: Wegen (to weigh) - Verb conjugation and exercises
Syllabus: Dutch lesson - Koken en bakken (Cooking and baking)
Conjugation of to weigh in Onvoltooid verleden tijd (OVT)
| Dutch | English |
|---|---|
| (ik) woog | I weighed |
| (jij) woog/woogde | you weighed |
| (hij/zij/het) woog | he/she/it weighed |
| (wij) wogen | we weighed |
| (jullie) wogen | you weighed |
| (zij) wogen | they weighed |
Example phrases
| Dutch | English |
|---|---|
| Ik woog mezelf om mijn dieet te controleren. | I weighed myself to check my diet. |
| Jij woog het tussendoortje nauwkeurig af. | You weighed the snack carefully. |
| Hij woog de ingrediënten voor de salade. | He weighed the ingredients for the salad. |
| Wij wogen de porties voor een evenwichtig menu. | We weighed the portions for a balanced menu. |
| Jullie wogen de frisdrank voor het feest. | You weighed the soft drinks for the party. |
| Zij wogen de groenten voor gezond eten. | They weighed the vegetables for healthy eating. |
Exercise: Verb conjugation
Instruction: Choose the correct form.
woog, wogen
1.
Ik ... mezelf om mijn dieet te controleren.
(I weighed myself to check my diet.)
2.
Jij ... het tussendoortje nauwkeurig af.
(You weighed the snack carefully.)
3.
Jullie ... de frisdrank voor het feest.
(You weighed the soft drinks for the party.)
4.
Hij ... de ingrediënten voor de salade.
(He weighed the ingredients for the salad.)
5.
Zij ... de groenten voor gezond eten.
(They weighed the vegetables for healthy eating.)
6.
Wij ... de porties voor een evenwichtig menu.
(We weighed the portions for a balanced menu.)