10K+ students - 4.8/5

Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Vragen (ask) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of vragen (ask) for all verb tenses with example phrases and exercises.

Vragen (ask) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A1

Module 3: Dag tot dag (Day to day)

Lesson 18: Dingen vragen (Asking things)

Infinitief Voltooid deelwoord
Vragen (Ask) Gevraagd (Asked)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
ik vraag I ask
jij vraagt You ask
hij/zij/het vraagt He/she/it asks
wij vragen We ask
jullie vragen you ask
zij vragen They ask

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
ik vroeg I asked
jij vroeg You asked
hij/zij/het vroeg He/she/it asked
wij vroegen We asked
jullie vroegen You asked
zij vroegen They asked

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
ik heb gevraagd I have asked
jij hebt gevraagd You have asked
hij/zij/het heeft gevraagd He/she/it has asked
wij hebben gevraagd We have asked
jullie hebben gevraagd You have asked
zij hebben gevraagd They have asked

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
ik heb gevraagd I have asked
jij hebt gevraagd/heb je gevraagd you have asked
hij/zij/het heeft gevraagd he/she/it has asked
wij hebben gevraagd We have asked
jullie hebben gevraagd You have asked
zij hebben gevraagd They have asked

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
ik zal gevraagd hebben I will have asked
jij zult gevraagd hebben You will have asked
hij/zij/het zal gevraagd hebben He/she/it will have asked
wij zullen gevraagd hebben We will have asked
jullie zullen gevraagd hebben You will have asked
zij zullen gevraagd hebben They will have asked

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
ik zal gevraagd hebben I will have asked
jij zult/zal gevraagd hebben You will have asked
hij/zij/het zal gevraagd hebben He/she/it will have asked
wij zullen gevraagd hebben We will have asked
jullie zullen gevraagd hebben You will have asked
zij zullen gevraagd hebben They will have asked
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
ik zou vragen I would ask
jij zou vragen You would ask
hij/zij/het zou vragen He/she/it would ask
wij zouden vragen We would ask
jullie zouden vragen You would ask
zij zouden vragen They would ask

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
ik zou gevraagd hebben I would have asked
jij zou gevraagd hebben You would have asked
hij/zij/het zou gevraagd hebben He/she/it would have asked
wij zouden gevraagd hebben We would have asked
jullie zouden gevraagd hebben You would have asked
zij zouden gevraagd hebben They would have asked
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Vraag! Ask