Verhuizen (to move house) - Verb conjugation and exercises Share Copied!

Conjugation of verhuizen (to move house) for all verb tenses with example phrases and exercises.

Learning materials that implement this verb:

Level: A1

Module 5: Thuis (At home)

Lesson 31: Ons huis (Our house)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Verhuizen (To move house)	Verhuisd (Moved)

Verb tenses

Aantonende wijs

Dutch	English
(ik) ben verhuisd	I have moved house
(jij) bent verhuisd / ben je verhuisd	you have moved / have you moved
(hij/zij/het) is verhuisd	he/she/it has moved house
(wij) zijn verhuisd	we have moved house
(jullie) zijn verhuisd	You have moved house
(zij) zijn verhuisd	They have moved house

Dutch	English
(ik) zal verplaatst zijn	I will be moving house
(jij) zult verplaatst zijn	you will be moved house
(hij/zij/het) zal verplaatst zijn	He/she/it will have moved house
(wij) zullen verplaatst zijn	we will move house
(jullie) zullen verplaatst zijn	You will have moved house
(zij) zullen verplaatst zijn	they will have moved house

Dutch	English
(ik) zal verhuisd zijn	I will have moved house
(jij) zult verhuisd zijn/zal verhuisd zijn	you will have moved house
(hij/zij/het) zal verhuisd zijn	he/she/it will have moved house
(wij) zullen verhuisd zijn	we will have moved house
(jullie) zullen verhuisd zijn	you will have moved house
(zij) zullen verhuisd zijn	they will have moved house

Conditionele wijs

Dutch	English
(ik) zou verhuisd zijn	I would have moved house
(jij) zou verhuisd zijn	you would have moved house
(hij/zij/het) zou verhuisd zijn	he/she/it would have moved house
(wij) zouden verhuisd zijn	we would have moved house
(jullie) zouden verhuisd zijn	you would have moved house
(zij) zouden verhuisd zijn	they would have moved house

Imperatief (gebiedende wijs)

Dutch	English
Verhuis!	Move house!