10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Vergaderen (to hold a meeting) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of vergaderen (to hold a meeting) for all verb tenses with example phrases and exercises.

Vergaderen (to hold a meeting) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A2

Module 6: Op het werk (At work)

Lesson 40: Kantoor en vergaderingen (Office and meetings)

Infinitief Voltooid deelwoord
Vergaderen (to hold a meeting) Vergaderd (held a meeting)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) vergader I hold a meeting
(jij) vergadert/vergader jij you hold a meeting
(hij/zij/het) vergadert he/she/it holds a meeting
(wij) vergaderen we hold a meeting
(jullie) vergaderen you hold a meeting
(zij) vergaderen They hold a meeting

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) vergaderde I held a meeting
(jij) vergaderde you held a meeting
(hij/zij/het) vergaderde he/she/it held a meeting
(wij) vergaderden we held a meeting
(jullie) vergaderden you held a meeting
(zij) vergaderden They held a meeting

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
(ik) heb vergaderd I have held a meeting
(jij) hebt vergaderd / hebt vergaderd You have held a meeting
(hij/zij/het) heeft vergaderd he/she/it has held a meeting
(wij) hebben vergaderd we have held a meeting
(jullie) hebben vergaderd you have held a meeting
(zij) hebben vergaderd They have held a meeting

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) had vergaderd I held a meeting
(jij) had vergaderd you held a meeting
(hij/zij/het) had vergaderd he/she/it had held a meeting
(wij) hadden vergaderd we had held a meeting
(jullie) hadden vergaderd You had held a meeting
(zij) hadden vergaderd they had held a meeting

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
(ik) zal vergaderen I will hold a meeting
(jij) zult vergaderen / zal vergaderen You will hold a meeting
(hij/zij/het) zal vergaderen he/she/it will hold a meeting
(wij) zullen vergaderen we will hold a meeting
(jullie) zullen vergaderen you will hold a meeting
(zij) zullen vergaderen they will hold a meeting

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal hebben vergaderd I will have held a meeting
(jij) zal hebben vergaderd / zul hebben vergaderd you will have held a meeting
(hij/zij/het) zal hebben vergaderd he will have held a meeting / she will have held a meeting / it will have held a meeting
(wij) zullen hebben vergaderd we will have held a meeting
(jullie) zullen hebben vergaderd you will have held a meeting
(zij) zullen hebben vergaderd they will have held a meeting
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
ik zou vergaderen I would hold a meeting
jij zou vergaderen / zou jij vergaderen? you would hold a meeting / would you hold a meeting
hij/zij/het zou vergaderen he/she/it would hold a meeting
wij zouden vergaderen we would hold a meeting
jullie zouden vergaderen You would hold a meeting
zij zouden vergaderen they would hold a meeting

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
ik zou vergaderd hebben I would have held a meeting
jij zou vergaderd hebben / zou jij vergaderd hebben You would have held a meeting / Would you have held a meeting
(hij/zij/het) hij zou vergaderd hebben / zij zou vergaderd hebben / het zou vergaderd hebben he would have held a meeting / she would have held a meeting / it would have held a meeting
wij zouden vergaderd hebben we would have held a meeting
jullie zouden vergaderd hebben You would have held a meeting
zij zouden vergaderd hebben They would have held a meeting
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Vergader! You hold a meeting