Uitnodigen (to invite) - Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Future perfect, indicative mood) Share Copied!
Uitnodigen - Conjugation of to invite in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the future perfect, indicative mood tense (Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs).
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Future perfect, indicative mood)
All conjugations and tenses: Uitnodigen (to invite) - Verb conjugation and exercises
Syllabus: Dutch lesson - Vrienden bezoeken (Visiting friends)
Conjugation of to invite in Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
| Dutch | English |
|---|---|
| (ik) zal uitnodigen | I will invite |
| (jij) zal uitnodigen / zult uitnodigen | you will invite |
| (hij/zij/het) zal uitnodigen | he/she/it will invite |
| (wij) zullen uitnodigen | we will invite |
| (jullie) zullen uitnodigen | you will invite |
| (zij) zullen uitnodigen | they will invite |
Example phrases
| Dutch | English |
|---|---|
| Ik zal mijn vrienden uitnodigen voor de spelletjesavond. | I will invite my friends for the game night. |
| Jij zult morgen het bordspel uitnodigen op het feestje. | You will invite the board game to the party tomorrow. |
| Hij zal de vriend uitnodigen voor het gezellige diner. | He will invite the friend for the cosy dinner. |
| Wij zullen iedereen uitnodigen voor de borrel thuis. | We will invite everyone for the drinks at home. |
| Jullie zullen de vriendin uitnodigen voor het schaakspel. | You will invite the girlfriend for the chess game. |
| Zij zullen de bos bloemen uitnodigen als welkom. | They will invite the bouquet of flowers as a welcome. |
Exercise: Verb conjugation
Instruction: Choose the correct form.
zullen, zult, uitnodigen, zal
1.
Ik ... mijn vrienden ... voor de spelletjesavond.
(I will invite my friends for the game night.)
2.
Jij ... morgen het bordspel ... op het feestje.
(You will invite the board game to the party tomorrow.)
3.
Hij ... de vriend ... voor het gezellige diner.
(He will invite the friend for the cosy dinner.)
4.
Wij ... iedereen ... voor de borrel thuis.
(We will invite everyone for the drinks at home.)
5.
Jullie ... de vriendin ... voor het schaakspel.
(You will invite the girlfriend for the chess game.)
6.
Zij ... de bos bloemen ... als welkom.
(They will invite the bouquet of flowers as a welcome.)