Uitgaan (to go out) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of uitgaan (to go out) for all verb tenses with example phrases and exercises.

 Uitgaan (to go out) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A2

Module 3: Weekendplannen (Weekend plans)

Lesson 17: Vrienden bezoeken (Visiting friends)

Infinitief Voltooid deelwoord
Uitgaan (to go out) Uitgegaan (Went out)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) ga uit I go out
(jij) gaat uit/ga uit you go out/go out
(hij/zij/het) gaat uit he/she/it goes out
(wij) gaan uit we go out
(jullie) gaan uit you go out
(zij) gaan uit they go out

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) ging uit I went out
(jij) ging uit You went out
(hij/zij/het) ging uit he/she/it went out
(wij) gingen uit we went out
(jullie) gingen uit you went out
(zij) gingen uit they went out

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
(ik) ben uitgegaan I have gone out
(jij) bent uitgegaan / bent uitgegaan? you have gone out
(hij/zij/het) is uitgegaan he/she/it has gone out
(wij) zijn uitgegaan we have gone out
(jullie) zijn uitgegaan You have gone out
(zij) zijn uitgegaan they have gone out

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
ik ben uitgegaan I went out
jij bent uitgegaan / ben jij uitgegaan? You went out / did you go out?
hij/zij/het is uitgegaan he/she/it went out
wij zijn uitgegaan we went out
jullie zijn uitgegaan you went out
zij zijn uitgegaan they went out

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
ik zal uitgaan I will go out
jij zult uitgaan / zal uitgaan you will go out / will go out
(hij/zij/het) hij zal uitgaan he will go out
wij zullen uitgaan we will go out
jullie zullen uitgaan you will go out
zij zullen uitgaan they will go out

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal uitgegaan zijn I will have gone out
(jij) zult uitgegaan zijn / zul uitgegaan zijn you will have gone out
(hij/zij/het) zal uitgegaan zijn he/she/it will have gone out
(wij) zullen uitgegaan zijn we will have gone out
(jullie) zullen uitgegaan zijn You will have gone out
(zij) zullen uitgegaan zijn they will have gone out
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
(ik) zou uitgaan I would go out
(jij) zou uitgaan you would go out
(hij/zij/het) zou uitgaan he/she/it would go out
(wij) zouden uitgaan we would go out
(jullie) zouden uitgaan You would go out
(zij) zouden uitgaan they would go out

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
ik zou uitgegaan zijn I would have gone out
jij zou uitgegaan zijn you would have gone out
hij/zij/het zou uitgegaan zijn he/she/it would have gone out
wij zouden uitgegaan zijn we would have gone out
jullie zouden uitgegaan zijn you would have gone out
zij zouden uitgegaan zijn they would have gone out
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Ga uit! You go out