Openen (to open) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood) Share Copied!
Openen - Conjugation of to open in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)
All conjugations and tenses: Openen (to open) - Verb conjugation and exercises
Syllabus: Dutch lesson - Meubilair (Furniture)
Conjugation of to open in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
| Dutch | English |
|---|---|
| ik open | I open |
| jij opent | you open |
| hij/zij/het opent | he/she/it opens |
| wij openen | We open |
| jullie openen | you open |
| zij openen | They open |
Example phrases
| Dutch | English |
|---|---|
| Ik open de deur naar de tuin. | I open the door to the garden. |
| Jij opent het raam in de keuken. | You open the window in the kitchen. |
| Hij opent de kast in de gang. | He opens the cupboard in the hallway. |
| Wij openen de ramen in de woonkamer. | We open the windows in the living room. |
| Jullie openen de deur naar de badkamer. | You open the door to the bathroom. |
| Zij openen de kast in de slaapkamer. | They open the closet in the bedroom. |
Exercise: Verb conjugation
Instruction: Choose the correct form.
openen, open, opent
1.
Jij ... het raam in de keuken.
(You open the window in the kitchen.)
2.
Ik ... de deur naar de tuin.
(I open the door to the garden.)
3.
Zij ... de kast in de slaapkamer.
(They open the closet in the bedroom.)
4.
Jullie ... de deur naar de badkamer.
(You open the door to the bathroom.)
5.
Wij ... de ramen in de woonkamer.
(We open the windows in the living room.)
6.
Hij ... de kast in de gang.
(He opens the cupboard in the hallway.)