Nemen (to take) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Past Perfect, indicative mood)

 Nemen (to take) - Verb conjugation and exercises

Nemen - Conjugation of to take in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the past perfect, indicative mood tense (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Past Perfect, indicative mood)

All conjugations and tenses: Nemen (to take) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Eten bestellen en uit eten gaan (Ordering food and dining out)

Conjugation of to take in Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Dutch English
(ik) nam I took
(jij) nam/namt you took
(hij/zij/het) nam he/she/it took
(wij) namen we took
(jullie) namen you took
(zij) namen they took

Example phrases

Dutch English
Ik nam geld af bij de geldautomaat gisteren. I withdrew money from the cash machine yesterday.
Jij nam de pinpas mee naar de bank. You took the bank card with you to the bank.
Hij nam het biljet om contant te betalen. He took the note to pay in cash.
Wij namen de cheque om de betaling te doen. We took the cheque to make the payment.
Jullie namen muntgeld om te sparen snel. You took small change to save quickly.
Zij namen een rekening openen bij de bank. They opened an account at the bank.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

nam, namen

1.
Ik ... geld af bij de geldautomaat gisteren.
(I withdrew money from the cash machine yesterday.)
2.
Jij ... de pinpas mee naar de bank.
(You took the bank card with you to the bank.)
3.
Hij ... het biljet om contant te betalen.
(He took the note to pay in cash.)
4.
Wij ... de cheque om de betaling te doen.
(We took the cheque to make the payment.)
5.
Jullie ... muntgeld om te sparen snel.
(You took small change to save quickly.)
6.
Zij ... een rekening openen bij de bank.
(They opened an account at the bank.)