Kunnen (can) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Past Perfect, indicative mood)

 Kunnen (can) - Verb conjugation and exercises

Kunnen - Conjugation of Can in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the past perfect, indicative mood tense (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Past Perfect, indicative mood)

All conjugations and tenses: Kunnen (can) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Koken en bakken (Cooking and baking)

Conjugation of can in Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Dutch English
(ik) kon I could
(jij) kon/konde you could
(hij/zij/het) kon he/she/it could
(wij) konden we could
(jullie) konden you could
(zij) konden they could

Example phrases

Dutch English
Ik kon gisteren langer trainen in het zwembad. I was able to train longer in the swimming pool yesterday.
Jij kon de gewichten niet optillen zonder hulp. You could not lift the weights without help.
Hij kon de oefeningen netjes afmaken. He was able to finish the exercises neatly.
Wij konden de routine voor krachttraining volgen. We were able to follow the routine for strength training.
Jullie konden goed rennen tijdens de training. You could run well during the training.
Zij konden met yoga hun kracht verbeteren. They could improve their strength with yoga.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

konden, kon

1.
Jullie ... goed rennen tijdens de training.
(You could run well during the training.)
2.
Hij ... de oefeningen netjes afmaken.
(He was able to finish the exercises neatly.)
3.
Jij ... de gewichten niet optillen zonder hulp.
(You could not lift the weights without help.)
4.
Zij ... met yoga hun kracht verbeteren.
(They could improve their strength with yoga.)
5.
Ik ... gisteren langer trainen in het zwembad.
(I was able to train longer in the swimming pool yesterday.)
6.
Wij ... de routine voor krachttraining volgen.
(We were able to follow the routine for strength training.)