Conjugation of informeren (to inform) for all verb tenses with example phrases and exercises.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Informeren (to inform) |
Geïnformeerd (Informed) |
Verb tenses
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Share
Copied!
Dutch |
English |
(ik) informeer |
I inform |
(jij) informeert/informeer |
You inform |
(hij/zij/het) informeert |
he/she/it informs |
(wij) informeren |
we inform |
(jullie) informeren |
You inform |
(zij) informeren |
they inform |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Share
Copied!
Dutch |
English |
(ik) informeerde |
I informed |
(jij) informeerde/informeerde |
you informed |
(hij/zij/het) informeerde |
he/she/it informed |
(wij) informeerden |
we informed |
(jullie) informeerden |
you informed |
(zij) informeerden |
they informed |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Share
Copied!
Dutch |
English |
ik heb geïnformeerd |
I have informed |
jij hebt geïnformeerd / jij hebt geïnformeerd |
You have informed |
hij/zij/het heeft geïnformeerd |
he/she/it has informed |
wij hebben geïnformeerd |
we have informed |
jullie hebben geïnformeerd |
you have informed |
zij hebben geïnformeerd |
they have informed |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Share
Copied!
Dutch |
English |
(ik) heb geïnformeerd |
I have informed |
(jij) hebt geïnformeerd / hebt geïnformeerd |
You have informed |
(hij/zij/het) heeft geïnformeerd |
he/she/it has informed |
(wij) hebben geïnformeerd |
we have informed |
(jullie) hebben geïnformeerd |
you have informed |
(zij) hebben geïnformeerd |
they have informed |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Share
Copied!
Dutch |
English |
(ik) zal informeren |
I will inform |
(jij) zal informeren / zult informeren |
you will inform |
(hij/zij/het) zal informeren |
he/she/it will inform |
(wij) zullen informeren |
we will inform |
(jullie) zullen informeren |
You will inform |
(zij) zullen informeren |
They will inform |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Share
Copied!
Dutch |
English |
(ik) zal geïnformeerd hebben |
I will have informed |
(jij) zal/zult geïnformeerd hebben |
You will have informed |
(hij/zij/het) zal geïnformeerd hebben |
he/she/it will have informed |
(wij) zullen geïnformeerd hebben |
we will have informed |
(jullie) zullen geïnformeerd hebben |
you will have informed |
(zij) zullen geïnformeerd hebben |
they will have informed |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Share
Copied!
Dutch |
English |
ik zou informeren |
I would inform |
jij zou informeren |
you would inform |
hij/zij/het zou informeren |
he would inform/she would inform/it would inform |
wij zouden informeren |
we would inform |
jullie zouden informeren |
You would inform |
zij zouden informeren |
they would inform |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Share
Copied!
Dutch |
English |
ik zou geïnformeerd hebben |
I would have informed |
jij zou geïnformeerd hebben |
you would have informed |
hij/zij/het zou geïnformeerd hebben |
he/she/it would have informed |
wij zouden geïnformeerd hebben |
we would have informed |
jullie zouden geïnformeerd hebben |
you would have informed |
zij zouden geïnformeerd hebben |
they would have informed |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Share
Copied!
Dutch |
English |
Informeer! |
You inform |
|