10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Heten (to be called) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

Heten (to be called) - Verb conjugation and exercises

Heten - Conjugation of To be called in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

All conjugations and tenses: Heten (to be called) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Je naam zeggen (Telling your name)

Conjugation of to be called in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
(ik) heet I am called
(jij) heet/heette You are called/You were called
(hij/zij/het) heet he/she/it is called
(wij) heten we are called
(jullie) heten you are called
(zij) heten they are called

Example phrases

Dutch English
Ik heet Jan en ik zeg mijn voornaam. I am called Jan and I say my first name.
Jij heet Pieter, toch? You are called Pieter, aren't you
Zij heet Anna en zij zegt goedendag. She is called Anna and she says good day.
Wij heten de jongens en meisjes hier welkom. We call the boys and girls here welcome.
Jullie heten de mevrouw met respect. You call the lady with respect.
Zij heten meneer de achternaam. They are called Mr. Lastname.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

heten, heet

1.
Jij ... pieter, toch?
(Your name is Pieter, isn't it?)
2.
Ik ... jan en ik zeg mijn voornaam.
(My name is Jan and I say my first name.)
3.
Zij ... meneer de achternaam.
(They are called Mr. Lastname.)
4.
Jullie ... de mevrouw met respect.
(You call the lady with respect.)
5.
Wij ... de jongens en meisjes hier welkom.
(We call the boys and girls here welcome.)
6.
Zij ... anna en zij zegt goedendag.
(Her name is Anna and she says good day.)