10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Hebben (have) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

Hebben (have) - Verb conjugation and exercises

Hebben - Conjugation of Have in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

All conjugations and tenses: Hebben (have) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Groeten en afscheid (Greetings and Farewells)

Conjugation of have in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
ik heb I have
jij hebt you have
hij/zij/het heeft he/she/it has
wij hebben we have
jullie hebben you have
zij hebben They have

Example phrases

Dutch English
Ik heb een vraag, goedemorgen. I have a question, good morning.
Jij hebt een leuk accent, aangenaam! You have a nice accent, pleased to meet you!
Zij heeft altijd een glimlach, hallo! She always has a smile, hello!
Wij hebben een afspraak, tot ziens. We have an appointment, goodbye.
Jullie hebben geluk, tot morgen! You are lucky, see you tomorrow!
Zij hebben dezelfde naam, tot straks. They have the same name, see you later.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

heb, heeft, hebt, hebben

1.
Ik ... een vraag, goedemorgen.
(I have a question, good morning.)
2.
Jij ... een leuk accent, aangenaam!
(You have a nice accent, pleased to meet you!)
3.
Zij ... altijd een glimlach, hallo!
(She always has a smile, hello!)
4.
Wij ... een afspraak, tot ziens.
(We have an appointment, goodbye.)
5.
Jullie ... geluk, tot morgen!
(You are lucky, see you tomorrow!)
6.
Zij ... dezelfde naam, tot straks.
(They have the same name, see you later.)