Drinken (drink) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of drinken (drink) for all verb tenses with example phrases and exercises.

 Drinken (drink) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A1

Module 3: Dag tot dag (Day to day)

Lesson 15: Dagelijks eten (Daily food)

Infinitief Voltooid deelwoord
Drinken (Drink) Gedronken (Drunk)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) drink I drink
(jij) dronk / drinkt you drank / you drink
(hij/zij/het) dronk / drinkt he/she/it drinks
(wij) drinken we drink
(jullie) drinken you drink
(zij) drinken They drink

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) dronk I drank
(jij) dronk you drank
(hij/zij/het) dronk he/she/it drank
(wij) dronken we drank
(jullie) dronken you drank
(zij) dronken they drank

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
(ik) heb gedronken I have drunk
(jij) hebt gedronken you have drunk
(hij/zij/het) heeft gedronken he/she/it has drunk
(wij) hebben gedronken we have drunk
(jullie) hebben gedronken you drank
(zij) hebben gedronken they have drunk

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) heb gedronken I drank
(jij) hebt/heb gedronken You have drunk/have been drinking
(hij/zij/het) heeft gedronken he/she/it has drunk
(wij) hebben gedronken we have drunk
(jullie) hebben gedronken you have drunk
(zij) hebben gedronken they have drunk

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
(ik) zal gedronken hebben I will have drunk
(jij) zult/zal gedronken hebben You will have drunk
(hij/zij/het) zal gedronken hebben he/she/it will have drunk
(wij) zullen gedronken hebben we will have drunk
(jullie) zullen gedronken hebben you will have drunk
(zij) zullen gedronken hebben they will have drunk

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal hebben gedronken I will have drunk
(jij) zult hebben gedronken / zal hebben gedronken you will have drunk
(hij/zij/het) zal hebben gedronken he/she/it will have drunk
(wij) zullen hebben gedronken we will have drunk
(jullie) zullen hebben gedronken you will have drunk
(zij) zullen hebben gedronken they will have drunk
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
(ik) zou drinken I would drink
(jij) zou drinken You would drink
(hij/zij/het) zou drinken he/she/it would drink
(wij) zouden drinken we would drink
(jullie) zouden drinken you would drink
(zij) zouden drinken they would drink

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
(ik) zou gedronken hebben I would have drunk
(jij) zou gedronken hebben You would have drunk
(hij/zij/het) zou gedronken hebben he/she/it would have drunk
(wij) zouden gedronken hebben we would have drunk
(jullie) zouden gedronken hebben you would have drunk
(zij) zouden gedronken hebben they would have drunk
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Drink! Drink!