Denken (to think) - Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Past perfect, indicative mood)

 Denken (to think) - Verb conjugation and exercises

Denken - Conjugation of to think in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the past perfect, indicative mood tense (Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs).

Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Past perfect, indicative mood)

All conjugations and tenses: Denken (to think) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Vakantieramp? (Holiday disaster?)

Conjugation of to think in Voltooid verleden tijd (VVT)

Dutch English
ik had gedacht I had thought
jij had gedacht / had jij gedacht you had thought / had you thought
hij/zij/het had gedacht he/she/it had thought
wij hadden gedacht we had thought
jullie hadden gedacht you had thought
zij hadden gedacht they had thought

Example phrases

Dutch English
Ik had gedacht dat de ambassade open was. I had thought that the embassy was open.
Jij had gedacht dat de sleutel kwijt was. You had thought that the key was lost.
Hij had gedacht dat het ongeluk ernstig was. He had thought that the accident was serious.
Wij hadden gedacht om hulp te vragen bij de politie. We had thought about asking for help from the police.
Jullie hadden gedacht aan de reisverzekering voor de ramp. You had thought about the travel insurance for the disaster.
Zij hadden gedacht dat de website hulp bood. They had thought that the website offered help.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

hij, ik had gedacht, gedacht, had, wij hadden gedacht, jullie hadden gedacht, jij, het, zij hadden gedacht

1.
... ... ... dat ... ongeluk ernstig was.
(He had thought that the accident was serious.)
2.
... aan de reisverzekering voor de ramp.
(You had thought about the travel insurance for the disaster.)
3.
... ... ... dat de sleutel kwijt was.
(You had thought that the key was lost.)
4.
... dat de website hulp bood.
(They had thought that the website offered help.)
5.
... dat de ambassade open was.
(I had thought that the embassy was open.)
6.
... om hulp te vragen bij de politie.
(We had thought about asking for help from the police.)