10K+ students - 4.8/5

Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Aanzetten (to turn on) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of aanzetten (to turn on) for all verb tenses with example phrases and exercises.

 Aanzetten (to turn on) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A1

Module 5: Thuis (At home)

Lesson 34: Huishoudelijke apparaten (Household appliances)

Infinitief Voltooid deelwoord
Aanzetten (to turn on) Aangezet (Turned on)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
ik zet aan I turn on
jij zet aan You turn on
hij/zij/het zet aan He/she/it turns on
wij zetten aan We turn on
jullie zetten aan You turn on
zij zetten aan they turn on

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
ik zette aan I turned on
jij zette aan you turned on
hij/zij/het zette aan he/she/it turned on
wij zetten aan We turned on
jullie zetten aan You turned on
zij zetten aan They turned on

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
ik heb aangezet I have turned on
jij hebt/heb aangezet you have turned on
hij/zij/het heeft aangezet He/she/it has turned on
wij hebben aangezet We have turned on
jullie hebben aangezet You have turned on
zij hebben aangezet They have turned on

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
ik heb aangezet I have turned on
jij hebt/hef aangezet You have turned on
hij/zij/het heeft aangezet He/she/it has turned on
wij hebben aangezet We have turned on
jullie hebben aangezet You have turned on
zij hebben aangezet They have turned on

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
ik zal aanzetten I will turn on
jij zult aanzetten You will turn on
hij/zij/het zal aanzetten He/she/it will turn on
wij zullen aanzetten We will turn on
jullie zullen aanzetten You will turn on
zij zullen aanzetten They will turn on

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
ik zal hebben aangezet I will have turned on
jij zult/zal hebben aangezet You will have turned on
hij/zij/het zal hebben aangezet He/she/it will have turned on
wij zullen hebben aangezet We will have turned on
jullie zullen hebben aangezet You will have turned on
zij zullen hebben aangezet They will have turned on
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
ik zou aanzetten I would turn on
jij zou aanzetten You would turn on
hij/zij/het zou aanzetten He/she/it would turn on
wij zouden aanzetten We would turn on
jullie zouden aanzetten You would turn on
zij zouden aanzetten They would turn on

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
ik zou aangezet hebben I would have turned on
jij zou aangezet hebben You would have turned on
hij/zij/het zou aangezet hebben he/she/it would have turned on
wij zouden aangezet hebben we would have turned on
jullie zouden aangezet hebben You would have turned on
zij zouden aangezet hebben They would have turned on
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Zet aan! Turn on!