10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Aandoen (put on) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of aandoen (put on) for all verb tenses with example phrases and exercises.

Aandoen (put on) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A2

Module 4: Levensstijl (Lifestyle)

Lesson 27: Kledingstijlen en mode (Clothing styles and fashion)

Infinitief Voltooid deelwoord
Aandoen (put on) Aangedaan (put on)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) doe aan I put on
(jij) doet aan/doe aan you put on
(hij/zij/het) doet aan he/she/it puts on
(wij) doen aan we put on
(jullie) doen aan you put on
(zij) doen aan they put on

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) deed aan I put on
(jij) deed aan you put on
(hij/zij/het) deed aan he/she/it put on
(wij) deden aan we put on
(jullie) deden aan you put on
(zij) deden aan they put on

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
ik heb aangedaan I have put on
jij hebt aangedaan / heb jij aangedaan You have put on / have you put on
hij/zij/het heeft aangedaan he/she/it has put on
wij hebben aangedaan we have put on
jullie hebben aangedaan you have put on
zij hebben aangedaan they have put on

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) heb aangedaan I put on
(jij) hebt aangedaan/hebt aangedaan? you put on
(hij/zij/het) heeft aangedaan he put on/she put on/it put on
(wij) hebben aangedaan we had put on
(jullie) hebben aangedaan you have put on
(zij) hebben aangedaan they put on

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
(ik) zal aandoen I will put on
(jij) zult aandoen / zal aandoen you will put on / shall put on
(hij/zij/het) zal aandoen he/she/it will put on
(wij) zullen aandoen we will put on
(jullie) zullen aandoen you will put on
(zij) zullen aandoen they will put on

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal hebben aangedaan I will have put on
(jij) zal/zult hebben aangedaan You will have put on
(hij/zij/het) zal hebben aangedaan he/she/it will have put on
(wij) zullen hebben aangedaan we will have put on
(jullie) zullen hebben aangedaan you will have put on
(zij) zullen hebben aangedaan they will have put on
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
ik zou aandoen I would put on
jij zou aandoen / zou jij aandoen you would put on / would you put on
hij/zij/het zou aandoen he/she/it would put on
wij zouden aandoen we would put on
jullie zouden aandoen you would put on
zij zouden aandoen They would put on

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
ik zou aangedaan hebben I would have put on
jij zou aangedaan hebben You would have put on
hij/zij/het zou aangedaan hebben he would have put on/she would have put on/it would have put on
wij zouden aangedaan hebben we would have put on
jullie zouden aangedaan hebben you would have put on
zij zouden aangedaan hebben they would have put on
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Doe aan! You put on!