10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Dutch A2 module 3: Weekendplannen (Weekend plans)

This is learning module 3 of 6 of our Dutch A2 syllabus. Each learning module contains 6 till 8 chapters.

Learning goals:

  • Praat over veelvoorkomende weekendactiviteiten. (Talk about common weekend activities.)
  • Integreer de toekomende tijd. (Integrate the simple future tenses.)

Word list (127)

Core vocabulary (91): Verbs: 10, Adjectives: 9, Adverbs: 2, Nouns: 66, Sentences / word combination: 4
Context vocabulary: 39

Dutch English
Afrika Africa
Alle All
Beschrijven To describe
Bestaan To exist
Bewonderen To admire
Boerderijdeur Farmhouse door
Dat In this cage are lions and in that tigers.
De aap The monkey
De berg The mountain
De boer The farmer
De boerderij The farm
De borrel The drinks
De bos bloemen The bouquet of flowers
De geit The goat
De giraf The giraffe
De gitaar The guitar
De hemel The sky
De jazz The jazz
De jungle The jungle
De kip The chicken
De koe The cow
De leeuw The lion
De maan The moon
De molen The mill
De musical The musical
De muzikant The musician
De natuur Nature
De oceaan The ocean
De olifant The elephant
De opera The opera
De piano The piano
De planeet The planet
De popmuziek Pop music
De rivier The river
De rockmuziek The rock music
De route The route
De ruimte The space
De schuur The barn
De soort The species
De spelletjesavond The game night
De sterren The stars
De tickets The tickets
De tijger The tiger
De top The summit
De viool The violin
De vriend The friend
De vriendin The girlfriend
De wandelreis The walking trip
De wandelschoenen The walking boots
De waterval The waterfall
De wei The pasture
De wereld The world
De wereldkaart The world map
De woestijn The desert
Deze This
Die That by the water is very beautiful.
Een feestje geven To throw a party
Een paar A few
Elkaar Each other
Elkaars Each other's
Ga Go
Gaat Is going
Geen No
Geitenstal Goat shed
Gemakkelijk Easy
Genoeg Enough
Gezellig Cosy
Hebben Have
Heeft Has
Het bordspel The board game
Het bos The forest
Het dier The animal
Het diner The dinner
Het dorp The village
Het festival The festival
Het landschap The landscape
Het lied The song
Het meer The lake
Het natuurgebied The nature reserve
Het noorden The north
Het oosten The east
Het paard The horse
Het platteland The countryside
Het schaakspel The chess game
Het schaap The sheep
Het varken The pig
Het westen The west
Het zuiden The south
Iedereen Everyone
Iemand Someone
Iets Something
Kaartspelletjes spelen Playing card games
Kippenstal Chicken coop
Klassiek Classical
Kom Come
Men One
Modern Modern
Moeilijk Difficult
Niets Nothing
Observeren To observe
Omhoog Up
Omlaag Down
Onaangenaam Unpleasant
Plattelandsdorp Rural village
Plattelandshuis Country cottage
Prettig Pleasant
Roep Call
Schenk Give
Schenken To give (as a gift)
Sommigen Some people
Staan Stand
Stappen To walk
Tonen To show
Tropisch Tropical
Uitgaan To go out
Uitnodigen To invite
Uitnodigt Invites
Varkensvoer Pig feed
Veel Many
Voeden To feed
Wandelden We walked
Wat Some
Weinig Little
Welkom Welcome
Wild Wild
Zal Tomorrow the river will rise because of the rain.
Zullen Will