- The indefinite pronoun al is used with an indefinite whole.
- Iemand and niemand refer to persons
- Iets and niets refer to things or animals.
Gebruik (Use) | Voornaamwoord (Pronoun) | Voorbeeldzin (Example sentence) |
---|---|---|
Bijvoeglijk (Attributive) | al/alle (all) | Al haar boeken liggen op tafel. (All her books are on the table.) Alle dieren zijn gevoerd. (All animals have been fed.) |
Zelfstandig (Independently) | iedereen (everyone) | Iedereen was bang van de tijger. (Everyone was afraid of the tiger.) |
iemand (someone) | Is er iemand die de leeuw wil voeren? (Is there someone who wants to feed the lion?) | |
niemand (nobody) | Niemand zag de olifant. (Nobody saw the elephant.) | |
iets (something) | Hij hoorde iets in de jungle. (He heard something in the jungle.) | |
niets (nothing) | We zagen niets in de woestijn door al het zand. (We saw nothing in the desert because of all the sand.) | |
men | Men zegt dat de olifanten slim zijn. (One says that the elephants are clever.) |
Exceptions!
- Men is only used as a subject, and always in the singular.
- Alle is used with plural nouns.
Exercise 1: Onbepaalde voornaamwoorden (zoals iemand, niemand, alles)
Instruction: Fill in the correct word.
iemand, Iedereen, niets, Men, Alle, iets
1.
Er beweegt ... in de verte in de woestijn.
(Something is moving in the distance in the desert.)
2.
... wilde met de olifanten mee.
(Everyone wanted to go with the elephants.)
3.
... dieren in de jungle zijn wild en snel.
(All animals in the jungle are wild and fast.)
4.
Ze zei dat ze ... had gezien.
(She said that she had seen nothing.)
5.
Er stond ... bij het hek van de giraffen.
(There was someone by the giraffes' gate.)
6.
... zegt dat de leeuw 's nachts actief is.
(It is said that the lion is active at night.)
Exercise 2: Multiple Choice
Instruction: Kies de juiste zin waarin het onbepaald voornaamwoord correct wordt gebruikt.
1.
'Niemand' wordt niet vervoegd met '-en'; dit is een foutieve vorm.
De uitgang '-e' hoort niet bij onbepaalde voornaamwoorden zoals 'niemand' en is verkeerd.
2.
'Alle' wordt gebruikt met meervoudige zelfstandige naamwoorden, maar niet direct samen met een bezittelijk voornaamwoord als 'haar'.
Gebruik hier 'Al', niet 'Alle'; 'Alle' is fout in combinatie met 'haar'.
3.
'Niets' betekent 'niets'; samen met 'liep' is deze zin onlogisch, omdat 'niets' niet kan lopen.
'Iemand' verwijst naar een persoon en is hier ongepast als er iets niet-persoons wordt bedoeld.
4.
'Dat' hoort niet bij meervoudige opsommingen; hier moet 'die' worden gebruikt voor de juiste vorm.
'Dit' en 'dat' zijn bijvoeglijke voornaamwoorden en kunnen hier niet zelfstandig worden gebruikt zonder zelfstandig naamwoord.