10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Zakken (to fail) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of zakken (to fail) for all verb tenses with example phrases and exercises.

Zakken (to fail) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A2

Module 2: Maatschappij en overheid (Society and government)

Lesson 14: Universitaire opleiding (University degree)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zakken (to fail) Gezakt (failed)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) zak I fail
(jij) zakt / zak you fail / fail
(hij/zij/het) zakt he/she/it fails
(wij) zakken we fail
(jullie) zakken you fail
(zij) zakken she fails

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) zakte I failed
(jij) zakte / zaktest You failed / you failed
(hij/zij/het) zakte he/she/it failed
(wij) zakten we failed
(jullie) zakten you failed
(zij) zakten they failed

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
(ik) ben gezakt I have failed
(jij) bent gezakt / bent gezakt? you have failed / have failed
(hij/zij/het) is gezakt he/she/it has failed
(wij) zijn gezakt we have failed
(jullie) zijn gezakt you have failed
(zij) zijn gezakt They have failed

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) was gezakt / ben gezakt I failed / have failed
(jij) was gezakt / bent gezakt you have failed/failed
(hij/zij/het) was gezakt / is gezakt he/she/it failed
(wij) waren gezakt / zijn gezakt we had failed / have failed
(jullie) waren gezakt / zijn gezakt You failed
(zij) waren gezakt / zijn gezakt they had failed / they have failed

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
(ik) zal zakken/zal niet zakken I will fail/will not fail
(jij) zult zakken/zult niet zakken you will fail/you will not fail
(hij/zij/het) zal zakken/zal niet zakken he/she/it will fail/will not fail
(wij) zullen zakken/zullen niet zakken we will fail/will not fail
(jullie) zullen zakken/zullen niet zakken You will fail/You will not fail
(zij) zullen zakken/zullen niet zakken They will fail/will not fail

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal/zou/zullen/zult/zal zijn gezakt I will have failed / I would have failed / we will have failed / you will have failed / he will have failed
(jij) zal/zou/zult/zullen zijn gezakt You will/have/would/have failed
(hij/zij/het) zal/zou/zullen/zult zijn gezakt he/she/it will have failed
(wij) zal/zou/zullen zijn gezakt we will have failed/we would have failed
(jullie) zal/zou/zullen zijn gezakt you will/would have failed
(zij) zal/zou/zullen zijn gezakt she will/have/have failed
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
ik zou zakken I would fail
jij zou zakken You would fail
hij/zij/het zou zakken he/she/it would fail
wij zouden zakken we would fail
jullie zouden zakken you would fail
zij zouden zakken they would fail

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
ik zou gezakt zijn I would have failed
jij zou gezakt zijn you would have failed
hij/zij/het zou gezakt zijn he/she/it would have failed
wij zouden gezakt zijn we would have failed
jullie zouden gezakt zijn You would have failed
zij zouden gezakt zijn they would have failed
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Zak! You fail