10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Voeden (to feed) - Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Future perfect, indicative mood)

Voeden (to feed) - Verb conjugation and exercises

Voeden - Conjugation of to feed in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the future perfect, indicative mood tense (Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs).

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Future perfect, indicative mood)

All conjugations and tenses: Voeden (to feed) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Bezoek het platteland (Visit the countryside)

Conjugation of to feed in Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)

Dutch English
(ik) zal gevoed hebben I will have fed
(jij) zal/zult gevoed hebben You will have fed
(hij/zij/het) zal gevoed hebben he/she/it will have fed
(wij) zullen gevoed hebben we will have fed
(jullie) zullen gevoed hebben you will have fed
(zij) zullen gevoed hebben They will have fed

Example phrases

Dutch English
Ik zal de kippen op de boerderij gevoed hebben. I will have fed the chickens on the farm.
Jij zult de koeien in de wei gevoed hebben. You will have fed the cows in the meadow.
De boer zal de schapen gevoed hebben vandaag. He will have fed the sheep today.
Wij zullen het paard bij de molen gevoed hebben. We will have fed the horse by the mill.
Jullie zullen het varken en de geit gevoed hebben. You will have fed the pig and the goat.
Zij zullen de dieren op het platteland gevoed hebben. They will have fed the animals in the countryside.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

hebben, zult, zullen, zal, gevoed

1.
Zij ... de dieren op het platteland ... ....
(They will have fed the animals in the countryside.)
2.
Jij ... de koeien in de wei ... ....
(You will have fed the cows in the meadow.)
3.
De boer ... de schapen ... ... vandaag.
(He will have fed the sheep today.)
4.
Wij ... het paard bij de molen ... ....
(We will have fed the horse by the mill.)
5.
Jullie ... het varken en de geit ... ....
(You will have fed the pig and the goat.)
6.
Ik ... de kippen op de boerderij ... ....
(I will have fed the chickens on the farm.)