10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Sturen (to send) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Present perfect tense, indicative mood)

Sturen (to send) - Verb conjugation and exercises

Sturen - Conjugation of to send in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present perfect tense, indicative mood tense (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Present perfect tense, indicative mood)

All conjugations and tenses: Sturen (to send) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Van postkantoor naar e-mail (From post office to email)

Conjugation of to send in Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Dutch English
(ik) heb gestuurd I have sent
(jij) hebt gestuurd / hebt gestuurd You have sent / have sent
(hij/zij/het) heeft gestuurd he/she/it has sent
(wij) hebben gestuurd we have sent
(jullie) hebben gestuurd you have sent
(zij) hebben gestuurd they have sent

Example phrases

Dutch English
Ik heb de e-mail gisteren gestuurd. I have sent the email yesterday.
Jij hebt het pakket al naar de ontvanger gestuurd. You have already sent the package to the recipient.
Hij heeft de brief met de handtekening gestuurd. He has sent the letter with the signature.
Wij hebben de post naar het postkantoor gestuurd. We have sent the post to the post office.
Jullie hebben een antwoord op de e-mail gestuurd. You have sent an answer to the email.
Zij hebben het afscheid via de e-mail gestuurd. They have sent the farewell by e-mail.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

hebben, hebt, heeft, heb, gestuurd

1.
Jullie ... een antwoord op de e-mail ....
(You have sent an answer to the email.)
2.
Hij ... de brief met de handtekening ....
(He has sent the letter with the signature.)
3.
Wij ... de post naar het postkantoor ....
(We have sent the post to the post office.)
4.
Ik ... de e-mail gisteren ....
(I have sent the email yesterday.)
5.
Jij ... het pakket al naar de ontvanger ....
(You have already sent the package to the recipient.)
6.
Zij ... het afscheid via de e-mail ....
(They have sent the farewell by e-mail.)