Slagen (to pass) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of slagen (to pass) for all verb tenses with example phrases and exercises.

 Slagen (to pass) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A2

Module 2: Maatschappij en overheid (Society and government)

Lesson 14: Universitaire opleiding (University degree)

Infinitief Voltooid deelwoord
Slagen (to pass) Geslaagd (Passed)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) slaag I pass
(jij) slaagt/slaag you pass
(hij/zij/het) slaag(t) he/she/it passes
(wij) slagen we pass
(jullie) slagen you pass
(zij) slagen they pass

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) slaagde I passed
(jij) slaagde/slaagde you passed
(hij/zij/het) slaagde he/She/It passed
(wij) slaagden we passed
(jullie) slaagden you passed
(zij) slaagden they passed

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
(ik) heb geslaagd I have passed
(jij) hebt geslaagd / bent geslaagd you have passed / are passed
(hij/zij/het) heeft geslaagd he/she/it has passed
(wij) hebben geslaagd we have passed
(jullie) hebben geslaagd you have passed
(zij) hebben geslaagd they have passed

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) ben geslaagd / heb geslaagd I have passed
(jij) bent geslaagd / hebt geslaagd You have passed
(hij/zij/het) is geslaagd / heeft geslaagd he/she/it has passed
(wij) zijn geslaagd / hebben geslaagd we have passed
(jullie) zijn geslaagd / hebben geslaagd you have passed
(zij) zijn geslaagd / hebben geslaagd They have passed

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
(ik) zal slagen I will pass
(jij) zal slagen / zult slagen you will pass
(hij/zij/het) zal slagen he/she/it will pass
(wij) zullen slagen we will pass
(jullie) zullen slagen you will pass
(zij) zullen slagen they will pass

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal zijn geslaagd/zal geslaagd zijn I will have passed
(jij) zal zijn geslaagd/zult geslaagd zijn You will have passed
(hij/zij/het) zal zijn geslaagd/zult geslaagd zijn he/she/it will have passed
(wij) zullen zijn geslaagd/zullen geslaagd zijn we will have passed
(jullie) zullen zijn geslaagd/zullen geslaagd zijn you will have passed
(zij) zullen zijn geslaagd/zullen geslaagd zijn they will have passed/will have passed
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
(ik) zou zijn geslaagd I would pass
(jij) zou zijn geslaagd You would pass
(hij/zij/het) zou zijn geslaagd he/she/it would pass
(wij) zouden zijn geslaagd we would have passed
(jullie) zouden zijn geslaagd You would have passed
(zij) zouden zijn geslaagd they would have passed

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
(ik) zou geslaagd zijn I would have passed
(jij) zou geslaagd zijn You would have passed
(hij/zij/het) zou geslaagd zijn he/she/it would have passed
(wij) zouden geslaagd zijn we would have passed
(jullie) zouden geslaagd zijn You would have passed
(zij) zouden geslaagd zijn They would have passed
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Sla! You pass