Regeren (to govern) - Verb conjugation and exercises

Conjugation of regeren (to govern) for all verb tenses with example phrases and exercises.

 Regeren (to govern) - Verb conjugation and exercises

Learning materials that implement this verb:

Level: A2

Module 2: Maatschappij en overheid (Society and government)

Lesson 15: De regering en verkiezingen (The government and elections)

Infinitief Voltooid deelwoord
Regeren (to govern) Geregeerd (governed)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) regeer I govern
(jij) regeert/regeer you govern/govern
(hij/zij/het) regeert He/she/it governs
(wij) regeren we govern
(jullie) regeren you govern
(zij) regeren they govern

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) regeerde I governed
(jij) regeerde/regeerde You governed
(hij/zij/het) regeerde he/she/it governed
(wij) regeerden we governed
(jullie) regeerden you governed
(zij) regeerden they governed

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
(ik) heb geregeerd I have governed
(jij) hebt geregeerd / hebt geregeerd You have governed / have governed
(hij/zij/het) heeft geregeerd he/she/it has governed
(wij) hebben geregeerd we have governed
(jullie) hebben geregeerd You have governed
(zij) hebben geregeerd They have governed

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) heb geregeerd I governed
(jij) hebt geregeerd / hebt geregeerd you have governed
(hij/zij/het) heeft geregeerd he/she/it has governed
(wij) hebben geregeerd we have governed
(jullie) hebben geregeerd you have governed
(zij) hebben geregeerd They governed

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
(ik) zal regeren I will govern
(jij) zal/zult regeren You will govern
(hij/zij/het) zal regeren he/she/it will govern
(wij) zullen regeren we will govern
(jullie) zullen regeren You will govern
(zij) zullen regeren they will govern

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal geregeerd hebben I will have governed
(jij) zult geregeerd hebben / zal geregeerd hebben You will have governed
(hij/zij/het) zal geregeerd hebben he/she/it will have governed
(wij) zullen geregeerd hebben We will have governed
(jullie) zullen geregeerd hebben You will have governed
(zij) zullen geregeerd hebben They will have governed
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
(ik) conditionele_tegenwoordige_tijd (compound) I would govern
(jij) ik zou regeren you would govern
(hij/zij/het) jij zou regeren he/she/it would govern you
(wij) hij/zij/het zou regeren we/he would govern
(jullie) wij zouden regeren you would govern
(zij) jullie zouden regeren They would govern

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
(ik) zou geregeerd hebben I would have governed
(jij) zou geregeerd hebben you would have governed
(hij/zij/het) zou geregeerd hebben he/she/it would have governed
(wij) zouden geregeerd hebben we would have governed
(jullie) zouden geregeerd hebben you would have governed
(zij) zouden geregeerd hebben they would have governed
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Regeer! You govern