Realiseren (to realise) - Verb conjugation and exercises Share Copied!

Conjugation of realiseren (to realise) for all verb tenses with example phrases and exercises.

Learning materials that implement this verb:

Level: A2

Module 5: Dagelijks huishouden (Daily household)

Lesson 31: Bucketlist (Bucket list)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Realiseren (to realise)	Gerealiseerd (Realised)

Verb tenses

Aantonende wijs

Dutch	English
(ik) realiseerde	I realised
(jij) realiseerde/realiséérde	you realised
(hij/zij/het) realiseerde	he/she/it realised
(wij) realiseerden	we realised
(jullie) realiseerden	you realised
(zij) realiseerden	they realised

Dutch	English
(ik) heb gerealiseerd	I have realised
(jij) hebt/hébt gerealiseerd	you have realised
(hij/zij/het) heeft gerealiseerd	he/she/it has realised
(wij) hebben gerealiseerd	we have realised
(jullie) hebben gerealiseerd	you have realised
(zij) hebben gerealiseerd	they have realised

Dutch	English
(ik) heb gerealiseerd	I realised
(jij) heb/hebt gerealiseerd	You have realised
(hij/zij/het) heeft gerealiseerd	he/she/it has realised
(wij) hebben gerealiseerd	we realised
(jullie) hebben gerealiseerd	you have realised
(zij) hebben gerealiseerd	they have realised

Dutch	English
(ik) zal realiseren	I will realise
(jij) zult realiseren / zal realiseren	you will realise / will realise
(hij/zij/het) zal realiseren	he/she/it will realise
(wij) zullen realiseren	we will realise
(jullie) zullen realiseren	you will realise
(zij) zullen realiseren	they will realise

Dutch	English
(ik) zal gerealiseerd hebben	I will have realised
(jij) zal/zult gerealiseerd hebben	you will have realised
(hij/zij/het) zal gerealiseerd hebben	he/she/it will have realised
(wij) zullen gerealiseerd hebben	we will have realised
(jullie) zullen gerealiseerd hebben	you will have realised
(zij) zullen gerealiseerd hebben	They will have realised

Conditionele wijs

Dutch	English
ik zou gerealiseerd hebben	I would have realised
jij zou gerealiseerd hebben / zou gerealiseerd hebben	you would have realised
(hij/zij/het) hij zou gerealiseerd hebben / zij zou gerealiseerd hebben / het zou gerealiseerd hebben	he would have realised / she would have realised / it would have realised
wij zouden gerealiseerd hebben	we would have realised
jullie zouden gerealiseerd hebben	you would have realised
zij zouden gerealiseerd hebben	they would have realised

Imperatief (gebiedende wijs)

Dutch	English
Realiseer!	You realise