Proberen (to try) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Past Perfect, indicative mood)

 Proberen (to try) - Verb conjugation and exercises

Proberen - Conjugation of to try in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the past perfect, indicative mood tense (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Past Perfect, indicative mood)

All conjugations and tenses: Proberen (to try) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Afhaalmaaltijden (Takeaway food)

Conjugation of to try in Onvoltooid verleden tijd (OVT)

Dutch English
(ik) probeerde I tried
(jij) probeerde/probeerde you tried
(hij/zij/het) probeerde he/she/it tried
(wij) probeerden we tried
(jullie) probeerden you tried
(zij) probeerden they tried

Example phrases

Dutch English
Ik probeerde de werkvergunning aan te vragen. I was trying to apply for the work permit.
Jij probeerde de afspraak bij het stadhuis te maken. You tried to make the appointment at the town hall.
Hij probeerde het document goed in te vullen. He tried to fill out the document correctly.
Wij probeerden verzekerd te blijven tijdens de werkloosheid. We tried to remain insured during unemployment.
Jullie probeerden de inschrijving snel af te ronden. You tried to complete the registration quickly.
Zij probeerden eerst de ambtenaar om hulp te vragen. They first tried to ask the official for help.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

probeerde, probeerden

1.
Ik ... de werkvergunning aan te vragen.
(I was trying to apply for the work permit.)
2.
Jij ... de afspraak bij het stadhuis te maken.
(You tried to make the appointment at the town hall.)
3.
Hij ... het document goed in te vullen.
(He tried to fill out the document correctly.)
4.
Wij ... verzekerd te blijven tijdens de werkloosheid.
(We tried to remain insured during unemployment.)
5.
Jullie ... de inschrijving snel af te ronden.
(You tried to complete the registration quickly.)
6.
Zij ... eerst de ambtenaar om hulp te vragen.
(They first tried to ask the official for help.)